maart 2019
2.2
Toepassingen voor gasmetingen
1. Breng tappunten aan in de boven- of
zijkant van de leiding.
2. Monteer op dezelfde hoogte als de
tappunten of hoger.
2.3
Toepassingen voor
stoommetingen
1. Breng tappunten aan in de zijkant van
de leiding.
2. Monteer naast of onder de tappunten.
3. Vul de impulsleidingen met water.
2.4
Afdichting van de behuizing
Schroefdraadtape (PTFE) of -pasta op mannelijke schroefdraad van kabelbuizen
is vereist om een water- en stofdichte kabelbuisafdichting tot stand te brengen
en om te voldoen aan de vereisten van NEMA
fabriek of andere beschermingsgraden vereist zijn.
Draai kabelbuispluggen met M20-schroefdraad over de volledige schroefdraad
aan, of totdat mechanische weerstand is bereikt.
2.5
Montagerichting verschildruktransmitter
De drukpoort aan de lage kant (ref. atmosferische druk) op de inline-
verschildruktransmitter bevindt zich in de hals van de transmitter, achter de
behuizing. Het ontluchtingstraject ligt 360° rond de transmitter tussen de
behuizing en de sensor. (Zie
LET OP
Houd het ontluchtingstraject vrij van alle obstructies (inclusief maar niet beperkt tot verf, stof en smeermiddel)
door de transmitter zo te monteren dat de verontreiniging kan ontsnappen.
®
Afbeelding
3.)
type 4X, IP66 en IP68. Vraag de
Snelstartgids
5