maart 2019
6.3
Trimmen met de configuratieknoppen
De nulpuntstrim moet worden verricht met een van de drie mogelijke
combinaties van externe configuratieknoppen onder het naamplaatje bovenop.
Om toegang tot de configuratieknoppen te verkrijgen, draait u de schroef los en
verschuift u het naamplaatje boven op de transmitter. Controleer de werking
aan de hand van
Afbeelding 11. Externe configuratieknoppen
A
A. Configuratieknoppen
B. LOI
C. Analoog nulpunt en meetbereik
D. Digitaal nulpunt
Gebruik de volgende procedures om een nulpuntstrim uit te voeren:
Verricht een trim met de LOI (optie M4)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Zie
Afbeelding 9
a. Selecteer Rerange (bereik anders instellen) om een analoge nulpuntstrim
uit te voeren.
b. Selecteer Zero Trim (nulpuntstrim uitvoeren) om een digitale
nulpuntstrim uit te voeren.
Verricht een trim met analoog nulpunt en meetbereik (optie D4)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Houd de nulpunt-knop twee seconden ingedrukt om een analoge
nulpuntstrim te verrichten.
Verricht een trim met digitaal nulpunt (optie DZ)
1. Stel de transmitterdruk in.
2. Houd de nulpunt-knop twee seconden ingedrukt om een digitale
nulpuntstrim te verrichten.
7.0
Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen
Zie voor installaties met veiligheidscertificering de naslaghandleiding voor
de Rosemount 2051G voor informatie over de installatieprocedure en
systeemvereisten.
Afbeelding 9 op pagina
B
voor het bedrijfsmenu.
12.
C
Snelstartgids
D
15