Bediening
Zo is het ook niet mogelijk om hout 'op een laag pitje',
met sterk gesmoorde luchttoevoer, te verbranden
(continue brand). Bij een te sterk verminderde
verbrandingslucht en ook bij een zeer zwakke
schoorsteentrek vindt er door dit luchtgebrek een
onzuivere en niet-effi ciënte verbranding plaats. Dit leidt
tot een sterkere vorming van condens en teer in de
tochtkanalen, te sterke roet- en rookvorming en zelfs
ontploffi ngsgevaar.
Einde van de verbranding
Als er geen brandstof meer moet worden bijgevoegd en er geen geelachtig witte vlammen meer te zien zijn,
kan de verbrandingsluchttoevoer volledig worden afgesloten om te voorkomen dat de verbrandingslucht blijft
doorstromen en de kachel daardoor helemaal zal afkoelen.
Hiervoor wordt de luchthendel volledig naar links geschoven.
Als de verbrandingsluchttoevoer op tijd gesloten wordt, blijven er in de regel resten van de laatst bijgevoegde
houtmassa als houtskoolstukken liggen. Dit is geen fout, maar een teken dat de verbrandingslucht op het juiste
moment is afgesloten.
Sluit altijd de deur van de kachel als u klaar bent met stoken en als de kachel niet in gebruik is, en sluit ook de
verbrandingsluchttoevoer af.
Houd de vuurdeur en de verbrandingsluchthendel steeds gesloten, ook als het apparaat niet
wordt gebruikt!
54
Afb. 4.10 Verbrandingsluchthendel helemaal links,
verbrandingsluchttoevoer volledig gesloten