2.4 Bepaling van de totale opvoerdruk
De nodige totale opvoerdruk van de kachel is de som van alle individuele drukwaarden. Alle betreffende
individuele waarden moeten worden gecontroleerd. De totale opvoerdruk is voor iedere kachel, afhankelijk van de
constructie en het soort verbrandingsluchttoevoer en de gasafvoerbuizen, individueel te bepalen.
De volgende afzonderlijke waarden moeten in elk geval in aanmerking worden genomen:
1e Opvoerdruk voor de
verbrandingsluchttoevoer
2e Minimale opvoerdruk voor de kachel
2e Maximale nuttige opvoerdruk voor
de kachel
3. Opvoerdruk voor de gasafvoerbuis
(verbindingsstuk)
Voor de installatie van de verbrandingsluchtleiding kunnen eenvoudige werktabellen worden gebruikt
(zie LEDA-productcatalogus op www.leda.de in het serviceportaal).
2.5 Verbrandingsluchttoevoer
Planning en voorbereiding
bij verbrandingsluchttoevoer via een externe leiding
(ten stelligste aanbevolen):
nodige opvoerdruk voor de luchttoevoer uit de buitenlucht
(verbrandingsluchtleiding) wordt via overeenkomstige
confi guratietabellen of volgens DIN EN 13384 bepaald,
bij verbrandingsluchttoevoer uit de te verwarmen ruimte of
gebouw zelf (kamerverluchtingsstelsel):
minstens 4 Pa volgens DIN EN 13384.
12 Pa voor de CORNA bij nominaal verwarmingsvermogen
20 Pa voor de CORNA bij nominaal verwarmingsvermogen
Waardebepaling door een overeenkomstige berekening volgens
DIN EN 13384
13