Indien de kachel lucht uit de woonkamer of het gebouw trekt voor de verbranding, moet er altijd voldoende
luchtinstroom in deze ruimtes zijn. Verluchtingsinstallaties of andere kachels mogen de luchttoevoer daarbij niet
verstoren of beperken.
Tijdens het stoken mag de voorziene verbrandingsluchtopening niet gesloten, gesmoord, vernauwd, afgedekt of
dichtgemaakt worden.
Luchtafzuigingsinstallaties kunnen de toevoer van lucht naar de kachel verstoren!
Luchtafzuigende installaties (bv. verluchtingsinstallatie, afzuigkap, wasdroger op basis van afvoerlucht, centrale
stofzuiginstallaties), die samen met de kachel in dezelfde kamer of via luchtkanalen verbonden met dezelfde
kamer worden gebruikt, kunnen de luchttoevoer en uitlaatgasafvoer aanzienlijk verstoren.
Om de kachel toch nog veilig te kunnen gebruiken, raden we u aan om onze algemeen volgens de bouwwetten
toegelaten veiligheidsinrichting LEDA-Unterdruck-Controller (LUC) te installeren. Dit apparaat bewaakt
voortdurend de drukverhoudingen en schakelt indien nodig de verluchtingsinstallatie uit voordat er gevaarlijk veel
uitlaatgas in de woonruimte kan terechtkomen.
Als er in gebouwen veranderingen in dat verband worden gepland en uitgevoerd, kunnen de omstandigheden
voor een veilige en voorziene werking van de bestaande kachel aanzienlijk worden verstoord. De nodige
voorwaarden voor een goedgekeurde en probleemloze werking moeten daarom in geval van toekomstige
veranderingen door een bevoegd vakman opnieuw worden gecontroleerd.
Dergelijke veranderingen zijn bv.
Installatie van nog een kachel aan dezelfde of aan een andere schoorsteen.
constructieve veranderingen van de schoorsteen,
Installatie of ombouw van verluchtingsapparaten, bv. afzuigkappen, wc- of badkamerverluchting,
gecontroleerde verluchtingen en ontluchtingen.
Inbouw of ombouw van overeenkomstige huishoudapparaten, bv. wasdrogers met afvoerlucht, centrale
stofzuiginstallaties,
Veranderingen aan de dichtheid van het gebouw, bv. door het inbouwen van nieuwe vensters of deuren,
isolatie van het dak, aanbrengen van verbeterde isolatie.
Veiligheidsinstructies
7