Hoofdstuk 1 INSTALLATIE
1. Inleiding
Dit hoofdstuk bevat alle relevante informatie:
• Installatiespecificaties
• Een lijst van installatiegereedschap
• Installatie-instructies voor het Laser Systeem
De kachel kan op iedere willekeurige lokatie worden
geplaatst die in overeenstemming is met de
voorwaarden die gelden voor voorschriften voor
elektriciteit, brandstof en uitstoot.
Voor u begint met de installatie van het verwarm-
ingssysteem (inclusief de elektrische bedrading), dient
u
eerst
de
lokale
heidsvoorschriften te raadplegen. Deze genoemde
voorschriften moeten in acht genomen worden om
een juridisch verantwoorde installatie en juiste
werking te kunnen garanderen.
Het ontwerp van de kachel is gebaseerd op
een maximale capaciteit van 1000 m
zeeniveau.
Informeer bij uw lokale dealer als u de
kachel wilt gebruiken op een hoger niveau.
2. Verplaatsen van de kachel
Behalve de ruimte die de kachel nodig heeft, is ook
extra ruimte voor vrije luchtcirculatie van belang. Het
Laser Systeem kan op iedere ondergrond geplaatst
worden en veilig functioneren, tenzij brandstof- en vei-
ligheidsvoorschriften anders voorschrijven. Controleer
het verschil tussen de in de gebruiksaanwijzing
omschreven maatregelen en de lokale voorschriften.
49
bouw-,
brand-
en
3
Aanbevolen gereedschap
1. Kruiskop schroevendraaier
2. Stalen meetband
3. Viltstift of potlood
4. Cement voor buiten
5. Elektrische boor (zowel links- als rechtsom draaiend
wordt aanbevolen)
6. Gatenzaag, decoupeerzaag of ander gereedschap
dat geschikt is om een gat van 70~80 mm te zagen
voor de afvoerpijp
7. Lange boor
8. Standaard schroevendraaiers
9. Spanningsmeter
veilig-
10. Luchtbelwaterpas
11. Verschillende maten zelftappers
12. Geïsoleerde schroevendraaier
13. Beschermingsmateriaal voor de vloer
14. Bak voor afvoerpijp
3. Elektriciteitsvoorziening
boven
Het elektriciteitssysteem moet met een zekering (min-
stens 5 ampère) of contactonderbreker beschermd wor-
den tegen overbelasting.
Sommige installaties (zoals voor gebruik in
kampeerwagens)
worden met een blijvende verbinding op de
huishoudelijke hoofdstroomkring. Dit moet
uitgevoerd worden door een erkende
installateur.
4. Bedrading voor de kamertemperatuur sensor
Een temperatuursensor die op een muur bevestigd kan
worden, meet de kamertemperatuur om de verwarm-
ing automatisch te kunnen regelen. De standaardkabel
voor de sensor is ca. 2,5 m lang.
De sensor niet plaatsen op een te droge plek
of in direct zonlicht, of binnen de warme
luchtstroom van de kachel; dit kan leiden tot
onjuiste temperatuurweergave.
moeten
gemonteerd