Hoofdstuk 2 GEBRUIK
4. Voor ingebruikname
Stap 1: vullen van de brandstoftank
• Vul het brandstofreservoir nooit in de
huiskamer, knoeien met brandstof is bijna
niet te voorkomen .
• Een brandende of nog warme kachel nooit
met brandstof bijvullen.
Volg de onderstaande procedure:
[1] Controleer of de kachel is uitgeschakeld.
[2] Open de tankklep en haal de tank uit de kachel.
Opmerking: er kunnen wat druppels van de tank
vallen. Zet de tank neer (met de afsluitdop naar
boven) en draai de afsluitdop los.
[3] Pak de brandstof handpomp en schuif de gladde,
meest stugge slang in de jerrycan. De jerrycan moet
hoger staan dan de tank. Schuif de geribbelde slang
in de tank.
[4] De draaiknop bovenop de pomp met behulp van het
kapje sluiten door naar rechts te draaien.
[5] Druk een paar keer op de pomp tot de brandstof in
de tank begint te stromen. Als de brandstof
eenmaal stroomt, kunt u stoppen met drukken.
[6] Controleer de brandstofmeter van de brandstoftank
tijdens het vullen. Als de brandstofmeter aangeeft
dat de tank vol is, het vullen stoppen door de
draaiknop bovenop de pomp los te draaien (naar
links). De tank nooit overvullen, vooral niet als de
brandstof erg koud is (brandstof zet uit tijdens
opwarmen).
leeg
vol
[7] Laat de restbrandstof in de pomp teruglopen in de
jerrycan en verwijder de pomp voorzichtig. De
brandstofdop met behulp van het kapje voorzichtig
op de tank draaien. Het kapje na gebruik opbergen
aan de achterkant van de kachel. Gemorste
brandstof meteen opruimen.
[8] Controleer of de brandstofdop er recht op zit en
goed is aangedraaid. Zet de tank terug in de kachel,
dop naar beneden en sluit het tankdeksel.
Stap 2: Kachel aansluiten op stopcontact
Steek de stekker in het stopcontact (230 Volt –
AC/50Hz).
Stap 3: Klok instellen
Belangrijk: De klok op de kachel moet altijd op de
actuele tijd ingesteld worden.
62