Controleer voedingsspanning,aantal fasen en
netfrequentie alvorens de machine in te schakelen.
Verzeker u ervan dat de machine goed geaard is.
Toegestane voedingsspanningen zijn 3x220V 50/60Hz,
3x380V 50/60Hz and 3x440V 50/60Hz (3x380V:
standaard fabrieksinstelling).
Indien het noodzakelijk is de primaire voedingsspanning
te veranderen:
Verzeker u ervan dat de primaire kabel uit de
stekkerdoos is genomen en de machine
uitgeschakeld is.
Verwijder het bovenpaneel van de machine.
Verbind X4, X5 of X7 overeenkomsting de
onderstaande afbeelding:
3x220V
X4
220V
380V
440V
3x380V
X4
220V
380V
440V
3x440V
X4
220V
380V
440V
Afbeelding 1.
Breng het bovenpaneel weer aan.
Verzeker u ervan dat de primaire aansluiting voldoende
vermogen kan leveren voor normale werking van de
machine. Maak gebruik van trage zekeringen (of
zekeringsautomaten met een 'D'-karakteristiek) en kabel
met voldoende aderdoorsnede zoals aangegeven in de
technische specificaties van deze gebruiksaanwijzing.
Secundaire aansluitingen
Zie ook punten [10], [11] en [12] van onderstaande
afbeeldingen.
Bediening en functies
1. Hoofdschakelaar AAN/UIT (I/O): Deze regelt de
ingaande voeding voor de machine. Zorg ervoor dat
de voedingsbron is aangesloten op het voedingsnet
voor u de machine aanzet ("I").
Nederlandse
3. Instellingsschakelaar lasstroombereik: Hiermee kan
het gewenste lasstroombereik worden ingesteld:
LAAG bereik (30A - 200A)
HOOG bereik (50A - 400A).
X5
X7
X5
branden om aan te geven dat de machine gereed is
om te gaan lassen.
X7
omgevingstemperatuur boven 40°C komt of de
X5
inschakelduur van de machine is overschreden.
Schakel de machine niet uit, zodat de interne
componenten kunnen afkoelen. Als de lamp uitgaat
kan er weer normaal worden gelast.
X7
6. Digitale lasstroom- en spanningsmeter met
geheugen: Toont de huidige waarde van lasstroom
en spanning tijdens het lassen; na het lassen toont
deze de gemiddelde lasstroom en spanning
gedurende 5 seconden.
8. Afstandsbedieningsschakelaar: De afstands-
bedieningen K10095-1-15M en K870 kunnen met
deze machine worden gebruikt. De controle over de
lasstroom van de machine [2] gaat dan over naar de
3
2. Draaiknop lasstroom: Deze
potentiometer dient om de lasstroom in
te stellen tussen 30 en 400 ampère (ook
tijdens het lassen).
4
5
6 7
3
1
2
12
Afbeelding 2.
4. Stroomtoevoerindicator: Als de
stroomtoevoer is aangesloten en de
schakelaar is aangezet, gaat dit lampje
5. Thermisch overbelastingslampje: Dit
lampje zal branden als de machine is
oververhit en de output uitgeschakeld is.
Dit kan zich voordoen wanneer de
7. ARC FORCE-regeling: De lasstroom
wordt tijdelijk verhoogd om vastzitten van
de elektrode en het werkstuk door
kortsluiting te verhelpen.
9. HOT START-regeling: percentage van
de nominale lasstroom bij het begin van
het lassen. De hogere startstroom is
gemakkelijk met de knop in te stellen.
10. Aansluiting afstandsbediening: Wanneer
een afstandsbediening wordt gebruikt
wordt deze hier aangesloten (zie het
hoofdstuk 'Accessoires').
8
9
10
11
Nederlandse