Een S-Video- of een composietvideo-apparaat aansluiten
Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video- of composietvideo-uitgang
beschikbaar is:
•
Zo ja, ga door met deze procedure.
•
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Sluit de projector als volgt aan op een S-Video-/videoapparaat:
1.
Sluit het ene uiteinde van de (optionele) S-Video-kabel/videokabel aan op de
S-Video-/video-uitgang van het videoapparaat.
2.
Sluit het andere uiteinde van de S-Video-kabel/videokabel aan op de S-VIDEO/
VIDEO-aansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
•
Als u al een componentvideo-aansluiting hebt aangebracht tussen de projector en het
videoapparaat, is een S-Video-aansluiting overbodig. Deze aansluiting is van mindere
kwaliteit.
U hoeft alleen een composietvideo-aansluiting te gebruiken als er geen componentvideo-
en S-Video-ingangen beschikbaar zijn op het videoapparaat (bijvoorbeeld met sommige
analoge videocamera's).
Zie
"Videoapparaten aansluiten" op pagina 18
•
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat
is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
20
Aansluiting
AV-apparaat
Videokabel
of
S-Video-kabel
voor meer informatie.