(modellen 220/400)
Doorboor de bovenste mantel met een boor van 4 mm,
overeenkomst de 4 bevestigingsbeugels van de
afzuigbuis.
Schroef de bevestingsschroeven zachtjes vast. Plaats
de dichting tussen de afzuigbuis en de bovenste mantel
en oefen zo nodig lichtjes druk uit op de rand van de
afzuigbuis. Schroef de bevestigingsschroeven vast.
Steek de connector afkomstig van de kast van het
elektrische bedieningspaneel in de aansluiting op de
motorbeschermkap zie fig. 2.4/5); steek de connector
volledig op zijn plaats zodat hij niet los kan komen.
2.5
WATERAANSLUITINGEN
De levensduur van het toestel zal langer zijn wanneer
volgende parameters nageleefd worden zoals voorzien
door de Europese richtlijnen 98/83/CE inzake de
kwaliteit van water bestemd voor de mens:
•
Totale hardheid: gelegen tussen 15 et 50 °F (in
het bijzonder bij water dat een behandeling met
waterverzachter of voor ontzilting ondergaan heeft)
•
chloor : 25 mg/l ( max. waarde 200 mg/l)
•
PH : gelegen tussen 6,5 et 9,5
•
geleidbaarheid: 400 µS/cm (max. waarde 2500
µS/cm)
Voor water waarvan de parameters niet conform zijn
aan de bovenvermelde waarden dient het jaarlijks
onderhoud van de kuip met de grootste zorg uitgevoerd
te worden. In het algemeen is het noodzakelijk om de
magnesiumanode, die de kuip beschermt, minstens 1
keer per jaar te vervangen.
AANSLUITINGEN
3/4"
3/4"
150
220
1"1/4
1"
400
1"1/4
1"
model 150
A (koudwateraansluiting) - Breng in de volgende
volgorde aan:
8.
Veiligheidsklep (verplicht)
9.
Waterverzachter (ontharder) of -zuiveraar bij
zeer vuil water (aan te raden bij waarden hoger
dan 50°F)
10. Filter voor het elimineren van eventuele
onzuiverheden zoals zand, grind, slib enz. (aan
te raden)
11. Drukreduceerklep, als de voedingswaterdruk te
hoog is (aan te raden)
12. Stopkraan (aan te raden)
13. T-koppeling
14. Aflaatkraan
code 210-0159
2 - INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE
3/4"
3/4"
1"
1"1/4
1"
1"
1"1/4
1"
B (warmwateraansluiting) - Aansluiten aan de
waterleiding (sanitair circuit) via een stopkraan
C (recyclage) Breng de volgende elementen in de
opgegeven volgorde aan:
10. een T-stuk waaraan u het expansievat
aansluit waarvan de capaciteit niet lager mag
zijn dan 5% van het watervolume in het
reservoir (verplicht).
11. Een terugslagklep (facultatief)
D
10
11
A (koudwatertoevoer) - Breng de volgende onderdelen
in de opgegeven volgorde aan:
6.
Veiligheidsklep (verplicht)
7.
Waterverzachter (ontharder) of -zuiveraar bij
zeer vuil water (aan te raden bij waarden hoger
dan 50°F).
8.
Filter voor het elimineren van eventuele
onzuiverheden zoals zand, grind, slib enz. (aan
te raden)
9.
De reduceerklep als de voedingwaterdruk te
hoog is (aan te raden)
1/2"
10. Stopkraan (aan te raden)
1/2"
1/2"
B (warmwateraansluiting) - Aansluiten aan de
waterleiding (sanitair circuit) via een stopkraan.
C (recyclage) Breng de volgende onderdelen in de
opgegeven volgorde aan:
6.
een T-stuk waaraan u het expansievat
aansluit waarvan de capaciteit niet lager mag
zijn dan 5% van het watervolume in het
reservoir (verplicht).
7.
Een terugslagklep (facultatief)
De retour is verplicht bij het model 400
D (aflaten): Breng op de koppeling een aflaatkraantje
aan.
18
-
-
B
C
8
A
6
fig. 2.5/2: aansluitingen model 150
modellen 220 - 400
9
A F
1
2
3
4
5
7
EDITIE JUNI 2001