6.6 Motor uitschakelen
•
Gashendel in de stationaire stand duwen, d.w.z. de hendel richting de aanslag
terugduwen. Laat de machine onbelast 3 minuten draaien , daarna de gashendel volledig
terughalen (nul stand). De motor schakelt dan vanzelf uit. Het plotseling stoppen van de
motor zal tot extreme verhoging van de motortemperatuur leiden.
•
Aansluitend de brandstofkraan (8) sluiten door de hendel voor het openen en sluiten
volledig naar boven te stellen (horizontaal).
7. Gebruik
De trilplaat is voorzien van een centrifugaal koppeling, zodat het aandrijfmechanisme bij
een stationair toerental niet wordt aangedreven. Met het oplopen van het toerental grijpt de
koppeling zich vast en begint aandrijfmechanisme mee te draaien. Voor het optimaal
functioneren, moet de motor op het hoogste toerental worden gezet.
7.1. Voorwaarts en achterwaarts lopen
Houdt beide handen aan de duwboom . Stuur de machine door de duwboom naar links of
rechts te bewegen. Bij hoogteverschillen moet u de trilplaat lichtjes voorwaarts duwen. Bij
afdalingen de trilplaat enigszins tegenhouden om de snelheid te doen afnemen.
Bij het achterwaarts lopen van de trilplaat moet de gebruiker zich aan de zijkant van de
trilplaat bevinden om zo verwondingen te voorkomen bij eventuele hindernissen. Uw
werkomgeving altijd vrij maken van hindernissen die tot struikelingen kunnen leiden. Bij
ongelijke oppervlakten en het aantrillen van groot, grof materiaal is extra voorzichtigheid
geboden. Zorg ervoor dat u stevig staat.
De machine zo gebruiken dat verwondingen aan de handen door massieve voorwerpen
wordt vermeden.
LET OP
Bij hoogteverschillen onderaan de stijging beginnen. Een stijging die men probleemloos
bergopwaarts aankan, is bergafwaarts ook zonder gevaar uit te voeren. De gebruiker mag
nooit met zijn gezicht bergafwaarts staan