• Zodra de voorste maaidekken de rand van het
maaigebied bereiken, brengt u de maaidekken
omhoog en maak een traanvormige bocht om snel
in de juiste positie te komen voor de volgende baan.
• Om gemakkelijk rond bunkers, vijvers of andere
obstakels te kunnen maaien, gebruikt u de
Sidewinder en beweegt u de schakelhendel
naar links of naar rechts, afhankelijk van uw
maaiwerkzaamheden. De maaidekken kunnen ook
worden ingesteld op verschillende bandbreedten.
• De maaidekken werpen het gras meestal naar de
linkerzijde van de machine. Als u rond een bunker
maait, verdient het de voorkeur rechtsom te maaien
om te voorkomen dat er maaisel in de bunker wordt
geworpen.
• De maaidekken kunnen worden uitgerust met
keerschotten om het maaisel fijn te maken. De
keerschotten leveren uitstekende prestaties als het
gazon volgens een vast schema wordt onderhouden.
Dit voorkomt dat per maaibeurt meer dan 2,5 cm
gras wordt afgemaaid. Als er te hoog gras wordt
gemaaid wanneer de keerschotten zijn gemonteerd,
zal het gazon er na het maaien minder fraai uitzien
en moet er meer kracht worden gebruikt om het
gras te maaien. De keerschotten zijn ook uitstekend
geschikt om in het najaar bladeren fijn te maken.
Maai als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om dauw te vermijden waardoor
het gras op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of laat in de
middag om te voorkomen dat het directe zonlicht het
gevoelige, pas gemaaide gras schaadt.
Kies de juiste maaihoogte-instelling
voor de omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 2,5 cm of niet meer
dan 1/3 van de lengte van het gras. Bij zeer lang, mals
en dicht gras moet u wellicht de maaihoogte-instelling
een stap omhoog zetten.
Begin altijd te maaien met scherpe
messen.
Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken
of scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het
gras inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het
bruin aan de punten, waardoor het gras minder goed
groeit en vatbaarder wordt voor ziekten. Controleer of
het mes in een goede conditie is en de vleugel volledig
aanwezig is.
Maaipatronen
Verander vaak het maaipatroon om te vermijden dat het
maairesultaat onvolmaaktheden vertoont die te wijten
zijn aan herhaald maaien in één richting.
Tegengewicht
Het tegengewichtsysteem oefent hydraulische
tegendruk uit op de liftcilinders van de maaidekken.
Deze tegendruk verplaatst het gewicht van het maaidek
naar de aandrijfwielen van de maaier om de tractie te
verbeteren. De druk van het tegengewicht is standaard
ingesteld voor een optimale balans tussen maairesultaat
en tractie in de meeste omstandigheden. De instelling
van het tegengewicht verlagen kan het maaidek stabieler
maken, maar de tractie verminderen. De instelling
verhogen kan zorgen voor meer tractie, maar resulteren
in problemen met het maairesultaat. Raadpleeg de
onderhoudshandleiding van uw tractie-eenheid voor
instructies om de druk van het tegengewicht aan te
passen.
Problemen met het maairesultaat
oplossen
Raadpleeg de Aftercut Appearance Troubleshooting
Guide (gids voor het oplossen van problemen met het
maairesultaat) op www.Toro.com
Controleer de staat van de maaidekken
Controleer of de maaikamers in een goede staat zijn.
Buig eventueel onderdelen van de maaikamer recht om
ervoor te zorgen dat er een goede speelruimte tussen
de rand van het mes en de maaikamer is.
Na het maaien
Als u klaar bent met maaien, moet u de machine grondig
schoonspoelen met een tuinslang zonder spuitmond,
zodat bij een te hoge waterdruk de afdichtingen en
lagers niet worden beschadigd en verontreinigd raken.
Zorg ervoor dat de radiateur en de oliekoeler vrij
blijven van vuil en maaisel. Na reiniging verdient het
aanbeveling de machine te controleren op eventuele
lekken in het hydraulische systeem, beschadiging of
slijtage van de hydraulische en mechanische onderdelen,
en te kijken of de maaimessen scherp genoeg zijn.
31