4. BESCHRIJVING
4.1 Beschrijving van het apparaat
(pag. 3 - A )
A1. Deksel koffiebonenreservoir
A2. Deksel trechter voorgemalen koffie
A3. Koffiebonenreservoir
A4. Trechter voor voorgemalen koffie
A5. Regelknop maalgraad
A6. Algemene schakelaar
A7. Deurtje zetgroep
A8. Zetgroep
A9. Voedingskabel
A10. Condensbakje
A11. Koffiedikbakje
A12. Kopjesblad
A13. Indicator waterniveau van het drupbakje
A14. Rooster drupbakje
A15. Drupbakje
A16. Deksel waterreservoir
A17. Waterreservoir
A18. Zitting verzachtingsfilter
A19. Koffieuitloop (in hoogte verstelbaar)
A20. Stoompijpje (verwijderbaar)
A21. Spuitmond heet water/stoom (verwijderbaar)
A22. Regelknop afgifte stoom/heet water
A23. Toets
: om het apparaat in en uit te schakelen
(stand-by)
A24. Verwarmplaat
4.2 Beschrijving van het bedieningspaneel
(pag. 2 - B )
Enkele iconen van het bedieningspaneel hebben een dubbele
functie: die wordt in de beschrijving tussen haakjes aangegeven.
B1. Knipperend
lampje: het apparaat is aan het opwarmen
B2. Lampje
:
- constant: het koffiedikbakje (A11) plaatsen
- knipperend: het koffiedikbakje moet leeg worden gemaakt
B3. Lampje
:
- constant: plaats het waterreservoir (A17)
- knipperend: onvoldoende water in het reservoir
B4. Controlelampje
: signaleert een algemeen alarm (zie
hoofdstuk "24. Betekenis van de controlelampjes"
B5. Lampje
:
- constant: de ontkalking is in uitvoering
- knipperend: de ontkalking moet uitgevoerd worden
B6.
: functie voorgemalen
B7.
B8.
: selectie aroma
B9.
: afgifte 2 kopjes "Espresso" of "Espresso lungo"
: aroma koffie
9
B10.
: afgifte "Espresso"
B11.
: afgifte "Espresso Lungo"
B12.
: afgifte "Koffie"
B13.
: afgifte "Long"
ESC:
B14.
- constant: voor de activering van de functie stoom (In de
programmering: drukken om de actieve programmering
te verlaten)
- knipperend: de regelknop stoom/heet water (A22)
moet gedraaid worden
B15.
OK: voor het uitvoeren van een spoeling.
(In de programmering: drukken om de programmering te
bevestigen)
Beschrijving van de accessoires
(pag. 2 - C )
C1. Teststrookje
C2. Doseerschepje voorgemalen koffie
C3. Ontkalkmiddel
C4. Verzachtingsfilter (bij sommige modellen)
C5. Kwastje voor de reiniging
5. VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
5.1 Het apparaat controleren
Controleer, na het verwijderen van de verpakking, of het appa-
raat intact is en alle accessoires (C) aanwezig zijn. Gebruik het
apparaat niet als er zichtbare schade is. Neem contact op met de
Technische Dienst De'Longhi.
5.2 Installatie van het apparaat
Let op!
Bij het installeren van het apparaat moeten de volgende veilig-
heidswaarschuwingen in acht genomen worden:
•
Het apparaat geeft warmte af aan de omgeving. Het appa-
raat op het werkvlak plaatsen en controleren of er een vrije
ruimte van minstens 3 cm overblijft tussen de oppervlak-
ken van het apparaat en de zij- en achterwanden, en een
ruimte van minstens 15 cm boven de koffiemachine.
•
Water dat het apparaat eventueel binnendringt kan
schade berokkenen.
Plaats het apparaat niet in de buurt van kranen of
wasbakken.
•
Indien het water in het apparaat bevriest kan dit schade
veroorzaken.
Installeer het apparaat niet in een ruimte waar de temper-
atuur tot onder het vriespunt kan dalen.
•
Plaats de voedingskabel (A9) zodanig dat deze niet be-
schadigd kan worden door scherpe randen of door contact
met hete oppervlakken (bijv. elektrische platen).