DE LOOPSENSOR KOPPELEN EN KALIBREREN
NIEUWE STRIDE SENSOR AAN UW ONTVANGER KOPPELEN
De Polar stride sensor Bluetooth® Smart dient aan de ontvanger gekoppeld te worden om uw looptechniek en -
efficiëntie te kunnen analyseren. Zie de gebruiksaanwijzing van de ontvanger of de mobiele toepassing voor meer
informatie.
STRIDE SENSOR KALIBREREN
Het kalibreren van de stride sensor verbetert de meetnauwkeurigheid van snelheid, tempo en paslengte. Het is
raadzaam de sensor eerst te kalibreren voordat u hem in gebruik neemt, als uw loopstijl significant is gewijzigd, of als
de positie van de sensor op de schoen drastisch is gewijzigd (bijvoorbeeld als u nieuwe loopschoenen hebt). De
kalibratie moet bij uw normale loopsnelheid worden uitgevoerd.
De kalibratie vindt plaats via de ontvanger. Zie de gebruiksaanwijzing van de ontvanger of de mobiele toepassing voor
instructies.
DE LOOPSENSOR VASTMAKEN
1. Maak uw schoenveters los en plaats de houder bovenop de tong van de schoen. Zorg dat het lipje van de
houder omhoog is geplaatst.
2. Leid de schoenveters via de openingen aan de zijkanten van de houder naar buiten via de opening in de
onderzijde van de houder (afbeeldingen 1 en 2). Leid de schoenveters door het lipje op de tong van de schoen
zodat de houder niet verplaatst tijdens het hardlopen.
3. Maak de schoenveters vast.
4. Plaats het voorste deel van de sensor in de houder en druk deze vanaf de achterzijde aan (afbeelding 3). Maak
het lipje vast.
5. Zorg dat de sensor niet kan bewegen en in lijn met uw voet is. Hoe vaster de sensor zit, hoe nauwkeuriger de
snelheid en afstand worden gemeten.
6