Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Probleemoplossing

OPMERKING: Om onderdelenlijsten te zoeken voor de
onderdelen die zijn geïdentificeerd in de
probleemoplossingstabellen raadpleegt u de
paginanummers in de onderstaande tabel.
1. Voer de procedure Drukontlastingsprocedure op
pagina 13 uit.
Probleem
Functioneert niet.
Uitgangsvermogen laag op
beide slagen.
Uitgangsvermogen laag op
de neerwaartse slag.
Weinig debiet bij opwaartse
slag.
Onregelmatige
acceleratiesnelheid.
Draait traag.
Slaat af, hapert of houdt de
druk niet vast.
Er zitten luchtbellen in het
materiaal.
3A5495E
Oorzaak
Ventiel dicht of verstopt.
Materiaalslang of pistool verstopt.
Opgedroogd materiaal op
verdringerstang.
Onderdelen van de luchtmotor zijn vuil,
versleten of beschadigd.
Er zit iets in de luchtleiding of er is onvoldoende
luchttoevoer. Ventielen dicht of verstopt.
Materiaalslang/pistool verstopt; de slang
heeft een te kleine binnendiameter.
IJsafzetting in de luchtmotor.
Open of versleten inlaatventiel.
Hoge viscositeit van het materiaal.
Open of versleten zuigerklep of pakkingen. Reinig de zuigerklep; vervang de pakkingen.
Materiaal is bijna op, verstopte
aanzuiging.
Hoge viscositeit van het materiaal.
Open of versleten zuigerklep of pakkingen.
Open of versleten inlaatventiel.
Mogelijk ijsvorming.
Versleten afsluiters of dichtingen.
Losse aanzuigleiding.
2. Kijk eerst alle mogelijke oorzaken en problemen na
voordat u de pomp demonteert.
3. Zie de handleiding van de luchtmotor voor het
gericht aanpakken van problemen.
* Om vast te stellen of de materiaalslang of het
spuitpistool verstopt is, volgt u
Drukontlastingsprocedure, pagina 13. Koppel de
materiaalslang los en plaats een reservoir onder de
materiaaluitlaat van de pomp om materiaal op te vangen.
Zet de luchttoevoer zover open dat er net genoeg lucht is
om de pomp te starten. Als de pomp start, zit de
verstopping in de materiaalslang of het pistool.
Reinig de luchtleiding; verhoog de
luchttoevoer. Controleer of de afsluiters
open zijn.
Reinig de slang of het pistool.*
Reinig de stang; de pomp altijd stilzetten
op de laagste stand van de slag; zorg dat
het reservoir gevuld blijft met een geschikt
oplosmiddel.
Reinig of repareer de luchtmotor. Zie de
handleiding van de motor.
Reinig de luchtleiding; verhoog de luchttoevoer.
Controleer of de afsluiters open zijn.
Reinig de slang of het pistool*; gebruik een
slang met een grotere binnendiameter.
Draai de ontdooiknop open.
Reinig het inlaatventiel of geef het een
servicebeurt.
Stel de afstandsbussen van de inlaat af.
Materiaal bijvullen en pomp voorpompen.
Reinig de aanzuigbuis.
Verlaag de viscositeit; stel de
afstandsbussen van de inlaat af.
Reinig de zuigerklep; vervang de pakkingen.
Reinig het inlaatventiel of geef het een
servicebeurt.
Stop de pomp. Draai de ontdooiknop open.
Repareren onderpomp. Zie De onderpomp
verwijderen (pagina 23) en de handleiding
voor Xtreme-onderpompen.
Vastdraaien. Gebruik voor alle
schroefdraadverbindingen een geschikte
vloeibare schroefdraadafdichting of
PTFE-tape.
Probleemoplossing
Oplossing
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave