Spuiten
Als de pomp droogloopt zal de pompsnelheid sterk
toenemen waardoor schade ontstaat. Laat om
schade te voorkomen, de pomp nooit drooglopen.
1. Voer de procedure Vullen op pagina 17 uit.
2. Voer de procedure Drukontlastingsprocedure op
pagina 13 uit.
3. Installeer de tip en de tipbeschermer op het pistool
4. Draai de luchtregelknop (G) linksom om de druk te
verminderen tot nul.
5. Open het zelfontlastende hoofdluchtventiel (B).
6. Verdraai de luchtregelknop (G) tot de manometer
(E) de gewenste druk aangeeft. Draai rechtsom om
de druk te verhogen en linksom om de druk te
verlagen.
3A5495E
LET OP
7. Schakel de trekkervergrendeling van het pistool uit.
8. Spuit een testpatroon. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant van het materiaal. Stel zo nodig de druk
bij. Bij een air-assisted spuitpistool verhoogt u de
pistoolluchtdruk bij het testen van het spuitpatroon.
G
9. Voer de spoelprocedure uit, zie pagina 15.
Uitschakelen
Door tussen de werkdagen water of een materiaal
op waterbasis in de pomp achter te laten, kan
roestvorming of corrosie optreden. Pompt u materiaal
op waterbasis, spoel dan eerst met water en daarna
met een corrosiebeschermer zoals white spirit. Ontlast
de druk, maar laat de roestbeschermer in de pomp
zitten om de onderdelen tegen corrosie te beschermen.
Voer de procedure Vullen op pagina 17 uit.
Spoel de pomp altijd voordat het materiaal op de stang
van de verdringerstang opdroogt. Voer de procedure
Spoelen op pagina 15 uit.
ti5048a
LET OP
Spuiten
19