Inhoudsopgave
Advertenties
13.
OPERATIE
13.1
Inbedrijfstelling
GEBRUIK HET GAS NOOIT MET DE INSTEEK- EN
UITWERPTRECHTER OPEN!!!
Bereid de locatie voor
■
Zorg ervoor dat de machine
volledig en correct is gemonteerd.
■
Bevrijd de plaats van gebruik van allem, dat is de
Kan het werkproces belemmeren.
■
Zorg voor voldoende verlichting op het punt van
gebruik.
■
Zorg ervoor dat u
voldoende
het werkgebied en op elk gewenst moment
alle
benodigde
veiligheidsvoorzieningen
■
Gebruik de machine alleen op
vaste
oppervlakken.
kantelen!
■
Plaats de machine alleen buiten. Houd minstens
3 meter afstand van huismuren of andere stijve
voorwerpen.
AANDACT!
Het is verboden om tijdens het
opstarten
en
gevarengebied van de shredder te
blijven.
■
Bewaa me een gebied van minstens 3 m breed
en 12 m lang aan de zijkant van de uitwerping.
Controleer het nauwe bereik voordat u begint.
Besteed bijzondere aandacht aan kinderen,
andere mensen en dieren.
Bij het hakken, versnipperde goederen, stenen en
Geen andere 18
spuiten weg.
CHIRURGIE
zicht heeft op
bedienings-
en
kunt
bereiken.
horizontale en
Let op,
risico
op
gebruik
in
het
Mensen en dieren in het uitwerpgebied =
stop de gevarenzone.
Zorg er ook voor dat voertuigen, ruiten en
andere voorwerpen niet beschadigd raken.
Bij het hakken moet ervoor worden gezorgd dat
niemand gewond kan raken door uitgeworpen
versnipperd materiaal.
■
Controleer regelmatig de bandenspanning (ca. 1,7
contant)
■
Controleer de messen op perfecte staat en juiste
bevestiging. Stompe messen kunnen worden
gedraaid.
Zwaar beschadigde of gebogen messen moeten
worden vervangen door nieuwe messen.
Zet de machine alleen in gebruik als alle messen
correct zijn ingebracht en bevestigd. Zorg er
bovendien voor dat alle beveiligingsinrichtingen
zijn bevestigd en in een beschermende positie
staan.
13.2
Netaansluiting
De machine mag alleen worden gebruikt op circuits met een
30 mA FI aardlekbeveiligingscircuit.
Aansluiten van de machine op het lichtnet:
■
Netspanning 230 V (50 Hz)
■
Netbescherming traag 16A
■
Voor de aansluitkabel moet een kabeldoorsnede
van ten minste 2,5 mm²
van
geval
langere aanvoerleidingen
worden bepaald
door
Zien...
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Elektrische veiligheid (9.4)
Leg aansluitkabels zo dat deze
Het werk kan niet worden beschadigd.
Bescherm vloeistoffen en scherpe randen.
Haal de stekker niet uit het stopcontact van de
aansluitkabel.
worden
gebruikt. In het
moet dit
een
elektricien.
/
Advertenties
Inhoudsopgave
