Gebruikershandleiding | Optyma™ control AK-RC 113 driefasig
5.4 Algemeen
5.5 Uitleg symbolen
5.6 Instelling en weergave van
setpoints
5.7 Programmering niveau 1
(gebruikersniveau)
10 | BC317523579312nl-000101
Icoon Ontdooiing
12
Led UIT = Ontdooiing UIT
Led AAN = Ontdooiing AAN
Led knippert = Druipfase wordt uitgevoerd na ontdooiing (zie parameter d7)
Icoon hulprelais (Aux-relais geeft aan of AU1/AU2 = + 2 of + 3)
13
Led UIT = Aux-relais UIT
Led AAN = Aux-relais AAN
Alarmicoon
14
Led UIT = Geen alarm
Led AAN = Alarm geactiveerd en vervolgens gestopt
Led knippert = Alarm gaat af
Decimaalteken
15
(knippert in nachtmodus)
16
Heetmodus
(signaleert activering van weerstanden)
Om de veiligheid te verhogen en het werk van de monteur te vereenvoudigen, heeft de AK-RC 113
twee programmeerniveaus: het eerste niveau (niveau 1) dient om de veelvuldig te wijzigen SETPOINT-
parameters te configureren. Het tweede niveau (niveau 2) dient voor het programmeren van
algemene parameters in diverse bedrijfsmodi van de regelaar.
Het is niet mogelijk om direct vanuit programmeerniveau 1 naar programmeerniveau 2 te gaan; u
moet eerst de huidige programmeermodus verlaten.
Om praktische redenen worden de volgende symbolen gebruikt:
() de toets OMHOOG
() de toets OMLAAG
dient om waarden te verlagen en om geforceerde ontdooiing toe te passen.
1. Druk op de INSTEL-toets om het huidige SETPOINT (temperatuur) weer te geven.
2. Houd de INSTEL-toets ingedrukt en druk op de toets () of () om het SETPOINT te wijzigen.
Laat de INSTEL-toets los om terug te keren naar de weergave van de temperatuur in de
koelruimte: de nieuwe instelling wordt automatisch opgeslagen.
Volg onderstaande stappen om toegang te krijgen tot het configuratiemenu op niveau 1:
1. Druk tegelijkertijd op de toetsen () en () en houdt deze een paar seconden ingedrukt totdat de
eerste programmeringsparameter op het display verschijnt.
2. Laat de toetsen () en () los.
3. Selecteer de aan te passen parameter met behulp van de toets () of ().
4. Nadat u de parameter hebt geselecteerd, kunt u:
• de huidige instelling weergeven door op de INSTEL-toets te drukken;
• de instelling wijzigen door de toets SET ingedrukt te houden terwijl u op () of () drukt.
Wanneer u de configuratiewaarden hebt aangepast, kunt u het menu sluiten door de toetsen ()
en () gelijktijdig enkele seconden ingedrukt te houden totdat de temperatuur van de koelruimte
weer wordt weergegeven.
5. De nieuwe instellingen worden automatisch opgeslagen zodra u het configuratiemenu verlaat.
dient om waarden te verhogen en het alarm te dempen.
© Danfoss | DCS (vt) | 2020.02