Ingebruikname
Voorafgaande controles / dichtheidscontroles
Afstellen van de luchtdrukmeter
Zowel de brander als de installatie
moeten worden opgestart onder de
verantwoordelijkheid van de vakman of
zijn vertegenwoordiger. Enkel hij is
ervoor verantwoordelijk dat de
verwarmingsinstallatie volledig voldoet
aan alle regels van vakmanschap en
aan de van kracht zijnde
reglementeringen.
Vooraf moet de vakman de
aanzuigleiding volledig vullen met
stookolie, de voorfilter aftappen en de
werking van de kwartslaghandkleppen
en de toezichtkleppen.
Voorafgaande controles
· Controleer:
– de beschikbare nominale
elektrische spanning en
frequentie, en vergelijk deze met
die aangegeven op het
identificatieplaatje,
– de polariteit tussen de fase en de
neutraal,
– de aansluiting van de vooraf
geteste aansluiting aan de
massa,
– de afwezigheid van potentiaal
tussen de neutraal en de
aansluiting aan de massa,
– de rotatierichting van de motor,
– het thermische relais enkel in de
handmatige stand (H) en de
afstelling van de intensiteit
· De elektrische voeding afsluiten.
· Controleren of er geen spanning is.
· De verbrandingsklep sluiten.
· De gebruiksaanwijzingen van de
fabrikanten van de ketel en de
afstelinstructies lezen.
· Controleer:
– of de ketel gevuld is met water
onder druk,
– of de circulatiepomp(en)
werkt(werken)
– of de mengklep(pen) geopend
is(zijn),
– of de toevoer van oxidatielucht
naar de brander en de
afvoerleiding voor de
verbrandingsproducten werken en
geschikt zijn voor het vermogen
van de brander en de brandstof,
– of de trekregeling op de
rookafvoerleiding werkt,
– of de elektrische beveiligingen
gekalibreerd en goed afgesteld
zijn,
– of de regelkring van de ketel is
afgesteld,
– het stookolieniveau in de ketel,
– of de aanzuigleidingen gevuld
zijn,
– de stand van de slangen: aanzuig
en terugloop,
– de aanvoerdruk op max. 2 bar,
– de stand van de toezichtkleppen
en de voorfilter.
Controle van de dichtheid
Stookolie
Dit gebeurt bij de ontsteking terwijl de
brander werkt.
0107 / 13 007 383C
Afstellen van de luchtdrukmeter
· Controleer de aansluiting van de
slang. De + op het drukcontact en
de + op de drukmeter. Het andere
drukcontact moet gesloten blijven.
· Verwijder de doorzichtige kap.
Daarop staat een index en een
draaischijf met graadverdeling.
· Voorlopig afstellen op de
minimumwaarde die is aangegeven
op deze schijf.
9