Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Oplossing Van Storingen - Elco Klockner EK 06.210 L-Z3 Gebruiksaanwijzing

Stookoliebrander
Inhoudsopgave

Advertenties

Maintenance
· Oplossen van problemen:
de aanwezigheid van elektrische
spanning
de brandstoftoevoer (hoeveelheid
en opening van de kleppen)
de afstelonderdelen,
de stand van de schakelaars op het
bedieningsbord TC.
Als het probleem blijft:
Vaststelling
Symbolen
Brander op veilig.
De ventilatormotor draait niet.
Het contact staat open.
P
De ventilatormotor draait niet.
De ventilatormotor draait niet.
1
Er is geen ontstekingsvlam.
De elektromagnetische kleppen gaan
niet open.
De elektromagnetische kleppen gaan
elektrisch open.
De brander gaat branden, maar de
vlam is instabiel en gaat uit.
I
Brander in continue ventilatie zonder
vlam.
Andere problemen.
Brander wordt op ongepaste moment in
veilig gezet zonder dat er een symbool
wordt weergegeven.
· Controleer op het bedienings- en
veiligheidsbord de verschillende
symbolen voor het beschreven
programma.
Veiligheidselementen mogen niet
hersteld worden, maar vervangen door
identieke onderdelen met dezelfde
referenties. Gebruik enkel originele
stukken van de fabrikant.
Oorzaken
Onregelmatige vlam bij thermostatisch
afsluiten.
Er is geen luchtdruk.
Het thermische relais is losgekoppeld.
Het contact is defect.
Defecte kabels tussen contact en motor.
Defecte motor.
Ontregelde of defecte luchtdrukmeter.
Defecte kring voor vlambewaking.
Kortsluiting aan ontstekingselektroden.
Versleten ontstekingskabels.
Defecte ontstekingstransfo.
Bedienings- en veiligheidsautomaat.
Onderbroken elektrische verbindingen.
Kortsluiting van de spoel(en).
Mechanische blokkering van de kleppen.
De stookolie komt niet aan.
Luchtklep te ver geopend en/of te groot
stookoliedebiet.
Slechte regeling van de verbrandingskop.
Defecte servomotor.
Mechanische blokkering van de luchtklep.
Defecte mechanische koppeling.
Signaal vroegtijdige vlam.
Cel versleten.
0107 / 13 007 383C
Opmerkingen
Na elke interventie:
· De verbranding controleren, alsook
de dichtheid van de verschillende
kringen.
· De veiligheidscontroles uitvoeren.
· De resultaten noteren op de daartoe
voorziene documenten.
Oplossing
Controleer de dichtheid van de stookoliekleppen.
Monteer een naventilator.
Vervang de luchtdrukmeter.
Start opnieuw, stel het thermisch relais af of
vervang het.
Vervang het contact.
Controleer de bekabeling.
Vervang de motor.
Regel of vervang de luchtdrukmeter.
Controleer de drukbuizen.
Controleer of de cel proper is.
Vervang de bedienings- en veiligheidskast.
Regel of vervang de elektroden.
Vervang de ontstekingskabels.
Vervang de ontstekingstransfo.
Vervang de bedieningskast.
Controleer de bekabeling tussen kast,
servomotor en de motorpompgroep.
Vervang de spoel(en).
Vervang de klep(pen).
Controleer: brandstofniveau in de tank,
opening van de toezichtkleppen en de
voorfilter.
Controleer het vacuüm van de leidingen, de
verstuivingsdruk en de overvoedingspomp.
Reinig pompfilter en voorfilter.
Vervang de sproeiers, de pomp, de
koppeling, de pompmotorgroep, de slangen.
Regel de luchtklep en/of het stookoliedebiet.
Regel de verbrandingskop.
Regel of vervang de servomotor.
Deblokkeer de luchtklep.
Controleer of vervang de koppeling.
Vervang de bedienings- en veiligheidskast.
Vervang de cel.
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave