Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheidsthermostaat
Verwarmingssystemen die gevoelig zijn voor hoge temperaturen, bijvoorbeeld vloerverwarming, moeten
worden uitgerust met een veiligheidsthermostaat. Als het verwarmingssysteem niet van een thermostaat is
voorzien, kunnen de vloerverwarmingssystemen en vloeren over het algemeen beschadigd raken.
1. Verwijder eerst de elektriciteitskabel van het aftakstation. Trek de voeding
voor de circulatiepomp uit.
2. Sluit de nieuwe stroomkabel vanaf de elektriciteitskast aan op de
circulatiepomp.
3. Sluit de bestaande stroomkabel opnieuw op de aansluiting op de
elektriciteitskast aan.
4. Monteer de thermostaat..
5. Bevestig alle elektriciteitskabels met het nodige aantal banden. Het is
belangrijk dat de stroomkabels niet op de primaire verwarmingsleidingen en
scherpe randen worden vastgemaakt.
6. Verander parameters en aanbevolen instellingen voordat u het systeem
opstart met een veiligheidsthermostaat.
18.3.1 Parameters en aanbevolen instellingen voor vloerverwarming
De volgende wijzigingen moeten worden uitgevoerd voordat een veiligheidsthermostaat wordt opgestart.
1. Verander de bedrijfsmodus van de pomp naar constante druk.
Zie
11.2
Instellingsweergave.
Bedieningspaneel Rond:
1. Verander de toevoertemperatuur tot maximaal 45 °C.
Zie
6.3 Wijziging van bedieningsmodus, OTC-verwarmingscurve en maximale
2. Verander de verwarmingscurve van de kamerthermostaat naar 5.
Zie
6.3 Wijziging van bedieningsmodus, OTC-verwarmingscurve en maximale
Bedieningspaneel CM737:
Parameter
Categorie 1 Parameters - Instellingen bedieningspaneel
OTC-
verwarmingscurve
Categorie 2 Parameters - ECO-functies
Eco functie
Eco functie
in OTC mode
Categorie 3 Parameters - Instellen en weergeven van sensorwaarden
Instelpunt maximum
toevoertemperatuur
Para-
Stel in
meter
op
N:o
15:OC
5.
3:Pd
0.
1:CH
45.
Instructies voor installatie, onderhoud en bediening
Optionele instelling
Display
Beschrijving
1 to 40
Stel OTC-warmtecurve in
0 tot 20
Verschil tussen buiten en berekende temperatuur
van watertoevoer.
Als het verschil minder dan de 3:Pd-waarde wordt
de verwarming uitgeschakeld.
0: functie niet actief.
30 tot 80
Instelpunt maximum toevoertemperatuur voor
verwarming.
67
Cetetherm Mini City
toevoertemperatuur.
toevoertemperatuur.
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
