Cetetherm Mini City
Instructies voor installatie, onderhoud en bediening
Installatie van buitentemperatuursensor
Sluit de buitentemperatuursensor aan op de schakelkast.
Met een geleidend gebied van 0,6 mm
Als de buitentemperatuursensor later wordt aangesloten (bijvoorbeeld tijdens een constructieperiode), moet de
stroom gedurende enkele minuten worden afgesloten.
Bedieningspaneel Rond: Zie
toevoertemperatuur.
Bedieningspaneel CM737: Stel parameter 14 in aan de hand van de gevraagde compensatie; zie
bedieningspaneel na installatie configureren.
Opstarten en componentcontrole van de kamerthermostaat CM737
Het aftakstation moet gevuld worden met water voordat de kamerthermostaat wordt gestart,
anders kan de pomp beschadigen..
•
Steek de elektriciteitskabel van het bedieningspaneel in een stopcontact. We raden het gebruik van
een aardlekschakelaar aan.
•
De controle van de werking van de servomotor en de pomp start.
Controleer of de draaiknop van de verwarmingsservomotor en de pompfunctie naar behoren werken
volgens onderstaand schema
o
10s servomotor sluit - draait met de klok mee - wanneer niet reeds dicht
o
10s servomotor opent - draait tegen de klok in
o
10s servomotor sluit - draait met de klok mee
o
10s pomp werkt
o
150s servomotor sluit
o
De volgende vijf minuten begint de pomp met draaien en de temperatuurbeheersing begint de regulatie
naar 37 °C.
Opmerking: Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden wordt 37 °C niet bereikt binnen 5 minuten.
Desalniettemin hoort de draaiknop van de servomotor al tegen de klok in te draaien.
Als de opstartprocedure voltooid is, keert de kamerthermostaat terug naar de laatste ingestelde
bedieningsmodus.
Opmerking: als geen warmte wordt aangevraagd, stopt de pomp na het opstarten.
is de maximale kabellengte 50 meter, maximaal 5 Ω per geleider.
2
6.3 Wijziging van bedieningsmodus, OTC-verwarmingscurve en maximale
20
5.1 Het