De weergavetaal van UEFI BIOS wijzigen:
1. Selecteer Main ➙ Language en druk op Enter.
2. Stel de weergavetaal in naar wens.
De weergavemodus van UEFI BIOS wijzigen (voor bepaalde modellen)
U kunt het UEFI BIOS naar wens in de grafische modus of in de tekstmodus gebruiken.
De weergavemodus van UEFI BIOS wijzigen:
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Main ➙ Setup Mode Select en druk op Enter.
3. Stel de weergavemodus in naar wens.
De systeemdatum en -tijd instellen
1. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
2. Selecteer Main ➙ System Time & Date en druk op Enter.
3. Stel de gewenste datum en tijd voor het systeem in.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
De opstartvolgorde wijzigen
Als de computer niet zoals verwacht opstart vanaf een bepaald apparaat, kunt u ervoor kiezen de
opstartvolgorde van de apparaten permanent te wijzigen of een tijdelijk opstartapparaat te selecteren.
De opstartvolgorde van apparaten permanent wijzigen
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan.
Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F1 of Fn+F1.
3. Selecteer Startup, en volg dan de instructies op het scherm om de opstartvolgorde van de apparaten te
wijzigen.
4. Druk op F10 of Fn+F10 om de wijzigingen op te slaan en af te sluiten.
Kies een tijdelijk opstartapparaat
Opmerking: Niet alle schijven en opslagstations zijn opstartbaar.
1. Afhankelijk van het type opslagapparaat doet u een van de volgende dingen:
• Als het opslagapparaat een intern apparaat is, gaat u naar stap 2.
• Als het opslagapparaat een schijf is, controleert u of de computer aan is of zet u de computer aan.
Plaats vervolgens de schijf in het optische station.
• Als het opslagapparaat een ander extern apparaat is dan een schijf, sluit u het opslagapparaat aan op
de computer.
2. Start de computer opnieuw op. Druk zodra het logoscherm verschijnt op F12 of Fn+F12.
22
M70t en M80t Gebruikershandleiding