Veiligheidsinrichtingen
De machine is uitgerust met veiligheidsinrichtingen die de risico's op persoonlijk letsel ver-
mijden en een correcte werking waarborgen. Let altijd goed op de symbolen en veiligheids-
inrichtingen die op de machine aanwezig zijn. De machine mag uitsluitend functioneren
bij actieve veiligheidsvoorzieningen en met correct geïnstalleerde en gepositioneerde vas-
te en beweegbare afschermingen.
Als de veiligheidsvoorzieningen tijdens de installatie, het gebruik en het onderhoud tijdelijk
moeten worden verwijderd of uitgesloten, mag de machine uitsluitend bediend worden
door de gekwalificeerde technicus die deze wijziging tot stand heeft gebracht. Het is ver-
plicht om de toegang van andere personen tot de machine te belemmeren. Herstel de
veiligheidsinrichtingen onmiddellijk aan het einde van de werkzaamheden.
Sleutelslot (standaard): de toegangsdeuren tot het ventilatiegebied van de machine zijn uitgerust met een slot op de hand-
greep, om te voorkomen dat ze door onbevoegd personeel geopend kunnen worden.
Microschakelaar (optioneel): de toegangsdeuren tot het ventilatiegebied van de machine kunnen worden uitgerust met een
microschakelaar die de elektrische voeding onderbreekt. Dit zijn schakelaars met een "magnetische naderingssensor" met een ge-
polariseerde magneet, die niet door middel van magnetische instrumenten kan worden uitgesloten, waardoor ook ook in geval
van voortdurende vochtigheid een correcte werking wordt gegarandeerd.
Afschermingen (optioneel): he gebied van de aandrijving van de motor-koelunit is uitgerust met een specifiek gevormde af-
scherming die mechanisch is bevestigd.
Veiligheidshandgrepen (standaard): systeem met handgrepen met dubbele activering voor de toegangsdeuren tot het venti-
latiegebied van de machine, om een onbedoelde opening tijdens de werking te voorkomen.
8