Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Reset-Functies Van Het Instrument; Technische Specificaties; Meetfuncties; Algemene Gegevens - Gossen MetraWatt METRALINE ISO CHECK Bedieningshandleiding

Isolatieweerstandsmeter
Inhoudsopgave

Advertenties

3.5

RESET-functies van het instrument

Wanneer het meetinstrument niet functioneert zoals in deze hand-
leiding beschreven, adviseren we om een RESET uit te voeren.
Schakel hiervoor het meetinstrument uit en zorg dat beide meet-
pennen niets aanraken. Mochten na het opnieuw inschakelen van
het instrument de functies niet correct zijn, verwijder dan de bat-
terijen zoals in Hoofdstuk 5.1 op pagina 7 staat beschreven,
wacht minstens 10 seconden en plaats de batterijen weer terug
(of vervang ze door nieuwe).
Wanneer het meetinstrument hierna nog steeds niet functioneert
zoals beschreven, verwijder dan de batterijen en neem contact op
met onze serviceafdeling.
4

Technische specificaties

4.1

Meetfuncties

Isolatieweerstanden
Nominaal bereik conform EN 61557-2: 0,100 M – Rmax*
Bereik
Resolutie
0,100 ... 9,999 M
0,001 M
10,00 ... 99,99 M
0,01 M
100,0 ... 999,9 M
0,1 M
1,000 G ... Rmax*
0,001 G
* de waarde van Rmax is afhankelijk van de ingestelde testspanning
Nominale spanning 50V ... 99V
Nominale spanning 100V ... 249V
Nominale spanning 250 V ... 1000V Rmax = 9,999 G
Nominale meetspanning 50V ... 1000V
in te stellen met stappen van 1V
Meetspanning
(–0%/+10%) van de nominale spanning
1 mA (indien Umeet > Unom)
Nominale meetstroom
Kortsluitstroom
< 3 mA
Automatische ontlading
van het meetobject
JA
Aantal metingen
ca. 250 (met nieuwe alkalinebatterijen)
Overspanningsbeveiliging
Bereik
Resolutie
40 ... 1050V
1V
Meetprincipe
bij het meten van het zgn. milliamperepunt
stijgende DC-spanning
DC- en AC-spanning (frequentiebereik 45 ... 65 Hz)
Bereik
Resolutie
0 ... 600V
1V
Legenda
a) Gemeten wordt de echte effectieve waarde TRMS van de AC-spanning.
b) v.d.m. betekent van de meetwaarde,
D Digit (d.w.z. cijfer van het decimaal cijfer met de kleinste positiewaar-
de)
4.2

Algemene gegevens

Referentieomstandigheden
Temperatuur
(23 ± 2)°C
Relatieve
luchtvochtigheid
40 ... 60%
Positie van het
instrument
willekeurig
Gossen Metrawatt GmbH
Intrinsieke
Meetonzekerheid
onnauwkeurigheid
(2% v.d.m.+10D)
(3% v.d.m.+20D)
(2% v.d.m.+10D)
(3% v.d.m.+20D)
(2% v.d.m.+10D)
(3% v.d.m.+20D)
(4% v.d.m.+15 D)
(5% v.d.m.+25D)
Rmax = 1,999 G
Rmax = 3,999 G
Intrinsieke
Meetonzekerheid
onnauwkeurigheid
(2% v.d.m.+2D)
(3% v.d.m.+3D)
Intrinsieke
Meetonzekerheid
onnauwkeurigheid
(2% v.d.m.+2D)
(3% v.d.m.+3D)
Omgevingsomstandigheden
Arbeidsomstandigheden
Gebruikstemperatuur 0 ... 40°C
Relatieve
luchtvochtigheid
max. 85%, condens moet worden
uitgesloten
Positie van het
instrument
willekeurig
Opbergomstandigheden
Temperatuur
–10 ... +70°C
Relatieve
luchtvochtigheid
max. 90% (–10 ... +40)°C
max. 80% (+40 ... +70)°C
Positie van het
instrument
willekeurig
Stroomvoorziening
Batterijen/accu's
4 x AAA-knoopcellen (LR03) alkaline 1,5V
of NiMH 1,2V (met minstens 750 mAh)
Aantal metingen
met accu's à 800 mAh:
ca. 1000 metingen
(met 500V testspanning bij 500 k)
Elektrische veiligheid
Meetcategorie
met opgezette meetpuntbescherming:
CAT III 300 V
zonder meetpuntbescherming:
CAT I I 300 V
Verontreinigingsgraad 2
Beschermingsklasse II
Mechanische opbouw
Display
OLED, meerkleurig, grafisch
Beschermingsgraad
IP43
Afmetingen
ca. 260 x 70 x 40 mm
Gewicht
ca. 0,36 kg met batterijen
5

Onderhoud

5.1

Onderhoud van het instrument

Let op, gevaarlijke spanning!
Gevaarlijke spanning in het batterijcompartiment!
Verwijder voor het openen van het batterijcompartiment de
meetpennen van het meetobject en schakel het instrument uit.
Zonder gesloten en vastgeschroefd batterijdeksel mag het
instrument niet in gebruik worden genomen.
Voor het meetinstrument kunnen alkalinebatterijen of NiCD/NiMH-
accu's worden gebruikt, afmeting 4 x AAA (LR03).
De toestand van de batterijen/accu's wordt voortdurend weerge-
geven. Zie Hoofdstuk 3.2 op pagina 4.
Vervang bij te weinig spanning de batterijen/accu's.
Opmerking
Wij adviseren om de accu's of batterijen te verwijderen,
wanneer het instrument langere tijd niet wordt gebruikt
(bijv. tijdens vakantie). Het volledig ontladen of uitlopen
van batterijen waardoor het instrument onder ongunstige
omstandigheden kan worden beschadigd, wordt hier-
door voorkomen.

5.1.1 Batterijen/accu's vervangen

Draai de 2 schroeven van het batterijdeksel aan de achterkant van
het instrument los en verwijder het deksel. Plaats de batterijen
met de polen in de juiste richting (zie informatie op de bodem van
het batterijcompartiment)!
Vervang altijd alle vier de batterijen en gebruik bij voorkeur hoog-
waardige types. Plaats het deksel daarna weer op het comparti-
ment en draai de schroeven vast.
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave