De ladder of trap mag niet van bovenaf naar een nieuwe positie
2
worden verplaatst.
Bij het opstellen mag de ladder of trap niet in de weg staan voor bv.
2
voetgangers, voertuigen en uit de buurt van deuren of open slaande
ramen. Neem indien noodzakelijk extra voorzorgsmaatregelen.
2.3 Het gebruik van de ladder of trap
Waarschuwing: bij verkeerd gebruik van een
2
ladder of trap bestaat valgevaar.
Overschrijdt de maximale belasting van de
2
betreffende ladder of trap niet.
Leun niet ver naar opzij. Het zwaartepunt van
2
de gebruiker (de navel of gesp) moet tussen
de trapbomen blijven en beide voeten moe-
ten op dezelfde sport/trede steunen. Ga niet
met één voet buiten de trap of ladder staan,
bijvoorbeeld in een raamkozijn.
Voer geen werkzaamheden uit die een over-
2
matige zijdelingse belasting kunnen veroor-
zaken, zoals boren in zware materialen.
Sta niet op de bovenste drie sporten/tredes
2
van een enkele ladder of trap.
Ladders en trappen mogen alleen worden gebruikt voor lichte werk-
2
zaamheden van korte duur.
Gebruik de ladder of trap niet buitenshuis bij slechte weersomstan-
2
digheden, bijv. bij harde wind vanaf windkracht 6.
Laat ladders en trappen niet onbeheerd achter. Zorg dat er geen
2
kinderen op de ladder of trap kunnen staan of spelen.
Beklim en daal de ladder of trap af met het
2
gezicht naar de ladder of trap toe.
Houd de ladder of trap stevig vast tijdens
2
het beklimmen en afdalen. Verplaats tijdens
het klimmen of afdalen steeds één hand of
voet tegelijk. Hierdoor steunen er altijd drie
ledematen op de ladder of trap.
Gebruik de ladder of trap niet als overbrug-
2
ging.
Draag geschikte schoenen wanneer u op de
2
ladder of trap klimt.
5