•
Machine conform hoofdstuk 5.7 Elektrische aansluiting elektrisch aansluiten, motoraansluitkabel conf. hoofd-
stuk 5.6 afspannen en motoraansluitkabel aan de kabelhaak vasthaken. Draairichting conform hoofdstuk 5.8
controleren.
Om veiligheidsredenen moet de draairichtingscontrole conform hoofdstuk 5.8 - zonder propellerbla-
den - dus vóór de montage van de propellerbladen uitgevoerd worden!
5.5
Propellermontage
Propellermontage
5.5.1
Legenda
1 Cilinderkopschroef
2 Nord-Lock® borgschijven
AANWIJZING
De afstelveer (13+14/9) is in de regel al ingelegd.
LET OP
Inbouwpositie van de borgschroeven in acht nemen.
•
Propellernaaf en asstomp lichtjes invetten.
•
O-ring (13+14/7) lichtjes invetten en in de groef van de stelring (13+14/8) inzetten.
•
Propeller (13+14/6) gelijk liggend met de afstelveergroef tegen de afstelveer (13+14/9) zetten en erop schuiven.
•
Eerst Nord-Lock
-borgschijven (13+14/2), dan O-ring (13+14/3) op cilinderkopschroef (13+14/1) steken.
®
•
Cilinderkopschroef (13+14/1) inschroeven en met een aanhaalmoment van 56 Nm aandraaien.
18
XSB 900 M; XSB 2500 M
5
4
3
2
1
Afbeelding 13 Propellermontage XSB 900 M
3
1
2
Afbeelding 14 Propellermontage XSB 2500 M
3 Afstelveer
4 Cilinderkopschroef
9
8
7
6
9
7
6
5 Afstelveer
7 O-ring
6 Propeller
8 Stelring
8
9 Afstelveer
6006469-01