Bediening
Ventilator inschakelen s
^ Raak de aan-uittoets s aan.
De ventilator wordt ingeschakeld op
stand 2.
De aan-uittoets s en de toets 2 bran-
den.
Ventilatievermogen kiezen
Voor een normaal kookproces gebruikt
u, naargelang de intensiteit van de
kookdamp, de ventilatiestanden 1 tot 3.
^ Kies de gewenste stand door een
van de sensortoetsen 1 tot 3 aan te
raken.
Intensieve stand
^ Schakel bij het begin van een braad-
proces of bij een kookproces met
sterke geurontwikkeling even de in-
tensieve stand 4 in.
12
Automatische uitschakeling van de
intensieve stand
U kunt de intensieve stand zo instellen
dat de ventilator na 10 minuten altijd
automatisch terugkeert naar stand 3.
^ Hoe gaat u hiervoor te werk? Zorg er-
voor dat de ventilator en de kookvlak-
verlichting uitgeschakeld zijn.
^ Raak de nawerktoets m ca. 10 se-
conden aan, totdat de sensortoets 1
aangaat.
^ Raak vervolgens achtereenvolgens
de volgende toetsen aan:
– de verlichtingstoets n,
– de toets 1 en opnieuw
– de verlichtingstoets n.
Als de automatische uitschakeling niet
is geactiveerd, knipperen de toetsen
1 en 4.
^ Om de automatische uitschakeling te
activeren, raakt u de toets 4 aan.
De toetsen 1 en 4 branden continu.
Raak de sensortoets 1 aan om de au-
tomatische uitschakeling te deactive-
ren.
^ Bevestig uw keuze door de
nawerktoets m aan te raken.
Als u niet binnen de 4 minuten beves-
tigt, blijft de oude instelling behouden.