Afdrukken vanaf een computer
Documenten die u met een programma op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het
printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma heeft een aantal handige instellingen, zoals vergroten/
verkleinen, waarmee u uw documenten op verschillende manieren kunt afdrukken. U kunt de afdrukfunctie van het
apparaat pas gebruiken nadat u enkele procedures hebt doorlopen, zoals het installeren van het
printerstuurprogramma op uw computer. Voor meer informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante
stuurprogramma's op de website met online handleidingen.
Help-informatie van het printerstuurprogramma(P. 45)
Basisbewerkingen met de printer(P. 45)
Help-informatie van het printerstuurprogramma
Wanneer u op [Help] klikt in het scherm van het printerstuurprogramma, verschijnt het Help-scherm. In dit scherm
ziet u de gedetailleerde beschrijvingen die niet in de Gebruikershandleiding staan.
Basisbewerkingen met de printer
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma.
Papierinstellingen op het apparaat
●
Normaal gesproken moet u, voordat u gaat afdrukken, het formaat en het type papier opgeven dat in de
papierlade is geplaatst.
1
Open een document in een programma en geef het dialoogvenster Afdrukken weer.
2
Selecteer het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op
[Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
3
Geef de afdrukinstellingen op en klik op [OK].
●
Kies het tabblad volgens de instellingen.
Afdrukken
45
2FU7-011