Problemen oplossen
Problemen met de netwerkinstellingen
Probleem
U gebruikt beveiligingssoftware.
De beveiligingsinstellingen
(SSID/netwerksleutel) zijn
onjuist.
U kunt geen verbinding maken
tussen de printer en het mobiele
apparaat via Wi-Fi of Bluetooth.
De printer kan niet afdrukken via
Wi-Fi of Bluetooth.
U gebruikt filtering van
MAC-adressen.
Het Wi-Fi-toegangspunt/de
router staat in de stealth-modus
(de SSID wordt niet
uitgezonden).
De printer is niet goed met het
netwerk verbonden.
Ik heb alle bovenstaande
oplossingen gecontroleerd en
geprobeerd, maar het lukt niet om
de instellingen voor het draadloze
netwerk te configureren.
Oplossing
Controleer de instellingen in het dialoogvenster van het installatieprogramma.
Kies "Toegang toestaan" (of een vergelijkbare optie) als er een waarschuwing van
de beveiligingssoftware wordt weergegeven tijdens de installatie van de printer.
Controleer of de beveiligingsinstellingen van het netwerk juist zijn:
Raadpleeg de instructies van het Wi-Fi-toegangspunt/de router voor informatie
over de juiste beveiligingsinstellingen.
De standaard SSID (netwerknaam) is wellicht de naam van de fabrikant van het
Wi-Fi-toegangspunt/de router of het modelnummer.
Neem contact op met de fabrikant van het Wi-Fi-toegangspunt/de router,
uw internetprovider of uw netwerkbeheerder.
Plaats de printer op een afstand van maximaal één meter van het mobiele
apparaat tijdens het configureren van de Wi-Fi-netwerkinstellingen.
Zet de printer op een plek zonder obstakels.
Als er een draadloze computer, Bluetooth-apparaat, magnetron, draadloze
telefoon of ander apparaat dicht bij de printer of het Wi-Fi-toegangspunt/de
router staat, zet dat apparaat dan op een andere plek, uit de buurt van de printer
of het Wi-Fi-toegangspunt/de router.
U kunt het MAC-adres controleren door de printergegevens af te drukken. Houd
de knop
(Doorvoeren) / OK op de printer ingedrukt om de printergegevens
af te drukken.
Stel het Wi-Fi-toegangspunt/de router zodanig in dat het MAC-adres van de
printer toestemming heeft om verbinding te maken. Raadpleeg voor meer
informatie de instructies bij het Wi-Fi-toegangspunt/de router.
Voer de juiste SSID-naam in tijdens de installatie of als u gebruikmaakt van de
[Communicatie-instellingen] in Printer Instelling Tool.
Zoek de SSID-naam op in de instructies die zijn meegeleverd met het Wi-Fi-
toegangspunt/de router en configureer de draadloze netwerkinstellingen opnieuw.
Controleer het WLAN-pictogram op het LCD-scherm.
: De printer is al met een draadloos netwerk verbonden. Controleer
,
,
de gegevens met betrekking tot draadloze netwerken en verbind
het Wi-Fi-toegangspunt/de router op de juiste wijze.
: De printer zoekt naar het netwerk. Controleer of het
Wi-Fi-toegangspunt/de router beschikbaar is en wacht een
ogenblik. Als de printer dan nog steeds niet is verbonden, stelt
u de Wi-Fi-verbinding van de printer opnieuw in.
Geen
: De functie voor draadloze netwerken op de printer is
pictogram
uitgeschakeld. Controleer of de printer in de modus staat
waarmee u verbinding wilt maken.
Zet de printer uit en vervolgens weer aan. Probeer vervolgens de Wi-Fi-instellingen
opnieuw te configureren.
15
15
164