maaidek. Verwijder voorzichtig met een stok of
een soortgelijk voorwerp de verstopping uit het
maaidek, de afvoerbuis, het uitwerpkanaal en het
bovenstuk van de grasvanger.
5. Nadat u de verstopping hebt verwijderd, monteert
u het complete vangsysteem en gaat u verder met
maaien.
De grasvanger verwijderen
VOORZICHTIG
Als u de voorgewichten van de grasvanger niet
verwijdert en de machine zonder grasvanger
gebruikt, kan de machine minder stabiel worden,
waardoor u de controle over de machine kunt
verliezen.
• Haal altijd de voorgewichten weg als u de
grasvanger verwijdert.
• Gebruik de maaimachine nooit zonder
grasvanger als de voorgewichten nog op de
machine zitten.
De grasvanger kan worden verwijderd door de
installatieprocedures voor alle betreffende sets in
omgekeerde volgorde uit te voeren. Als er gewichten
zijn gemonteerd, moet u ook de voorgewichten
verwijderen als u de grasvanger verwijdert.
Opmerking: De keerplaat hoeft uitsluitend te worden
verwijderd als een mulch-set wordt gemonteerd.
Tips voor bediening en
gebruik
Tips voor het opvangen
Afmetingen
Denk eraan dat de maaimachine langer en breder is als
dit werktuig is gemonteerd. Als u een te scherpe bocht
maakt in een besloten ruimte, kunt u de grasvanger
beschadigen.
Trimmen
U moet altijd trimmen met de linkerkant van het
maaidek. Trim nooit met de rechterkant van het
maaidek omdat u dan het uitwerpkanaal van de
grasvanger en de afvoerbuis kunt beschadigen.
Maaihoogte
Zorg ervoor dat de maaihoogte van het maaidek
niet te laag is, want hoog gras rond het maaidek kan
verhinderen dat er lucht onder het maaidek komt en in
het vangsysteem stroomt. Als er niet voldoende lucht
onder het maaidek komt, zal het vangsysteem verstopt
raken.
Maaifrequentie
U moet het gras veelvuldig maaien, vooral als het snel
groeit. U moet het gras twee keer maaien als het te
lang wordt.
Maaitechniek
Om het gazon een zo fraai mogelijk uiterlijk te geven,
moet u het gras maaien in banen die elkaar enigszins
overlappen. Dit vermindert de belasting van de motor
en beperkt het risico dat het uitwerpkanaal en de
afvoerbuis verstopt raken.
Vangsnelheid
Meestal zult u de grasvanger gebruiken met de
gashendel van de maaimachine op Snel en zult u met
een normale snelheid rijden. Maar in buitengewoon
droge en stoffige omstandigheden zult u wellicht
het motortoerental enigszins willen verminderen
en de rijsnelheid van de machine verhogen. Het
vangsysteem kan verstopt raken als u te snel rijdt
en het motortoerental te laag is. Op heuvelachtig
terrein kan het noodzakelijk zijn de rijsnelheid van de
maaimachine te verminderen. Hierdoor handhaaft u
het motortoerental en blijft het vangsysteem efficiënt
werken. Maai heuvelafwaarts als dit mogelijk is.
VOORZICHTIG
Als de grasvanger vol raakt, komt er extra gewicht
op de achterkant van de machine. Als u abrupt
stopt en start op een helling, bestaat de kans dat u
de macht over het stuur verliest of dat de machine
omkantelt.
• U mag daarom nooit plotseling starten of
stoppen bij het op- en afrijden van een helling.
Start de machine nooit hellingopwaarts.
• Als u de machine stopt terwijl u hellingopwaarts
rijdt, moet u de aftakas uitschakelen. Rij dan
langzaam hellingafwaarts.
• U mag nooit schakelen of stoppen op een
helling.
• Gebruik de maaimachine nooit zonder
grasvanger als de voorgewichten nog op de
machine zitten.
16