REMKO RR
Regelbare systemen en
functies
Tweedraadssysteem met een klep voor het
koelen of verwarmen (J1=B):
De regelaar kan voor de besturing van een
installatie met een verwarmings-/koelklep
in een tweedraadssysteem worden
gebruikt: een systeem met klepgestuurd,
halfjaarlijks verzorgd warm medium in de
winter, bijv. door een verwarmingsketel en
halfjaarlijks verzorgd koud medium in de
zomer, bijv. door een koudwatergenerator.
Maar ook omschakelbare, bijv. lucht
-water- of sole-water-warmtepompen
kunnen een tweedraadssysteem voeden.
Een warmtewisselaar in de binnenunit kan
dan de warmte, resp. koude afgeven.
Slechts een op klem 7-8 aangesloten
klep, regelt hierbij de aansturing van
het mediumzijdige volumestroom in de
warmtewisselaar van de binnenunit in
beide bedrijfsmodi.
Een omschakeling van de bedrijfsmodi kan
handmatig via de regelaar met behulp van
de bedrijfskeuzeschakelaar of automatisch
via de voorlooptemperatuursensor SM
worden uitgevoerd.
Vierdraadssysteem met een klep voor het
koelen en een klep voor het verwarmen
(J1=A):
De regelaar kan voor de besturing
van een installatie met een koelklep
en ook een verwarmingsklep in een
vierdraadsysteem worden gebruikt: een
systeem met klepgestuurd, halfjaarlijks
verzorgd warm medium in de winter,
bijv. door een verwarmingsketel en een
tweede systeem met halfjaarlijks verzorgd
koud medium in de zomer, bijv. door een
koudwatergenerator.
Een warmtewisselaar voor het koelen nog
een warmtewisselaar "verwarmen" in de
binnenunit kunnen dan de betreffende
warmte, resp. koude afgeven.
8
Een op klem 7-8 aangesloten verwar-
mingsklep een op klem 8-9 aangesloten
koelklep regelt hierbij de aansturing van
het mediumzijdige volumestroom in de
warmtewisselaar van de binnenunit in
beide bedrijfsmodi.
Een omschakeling van de bedrijfsmodi
kan handmatig via de regelaar met
behulp van de bedrijfskeuzeschakelaar
of automatisch via de voorlooptempera-
tuursensor SM worden uitgevoerd.
Tweedraadssysteem met een klep voor het
koelen en een elektr. verwarmingselement
voor het verwarmen:
De regelaar kan voor de regeling van een
installatie met een elektrisch verwarmings-
element voor het verwarmen en een klep
voor het koelen worden gebruikt bij een
tweedraadssysteem: een elektrisch gevoed
verwarmingselement in de winter en
een tweede systeem met een halfjaarlijks
verzorgd, koud medium in de zomer, bij-
voorbeeld door een koudwatergenerator.
Een warmtewisselaar voor het koelen en
een elektrisch verwarmingselement voor
het verwarmen in de binnenunit kunnen
dan de betreffende warmte, resp. koude
afgeven. Een op klem 7-8 aangesloten
elektrisch verwarmingselement en een op
klem 8-9 aangesloten koelklep, regelt de
aansturing van het verwarmingselement
en het mediumzijdige volumestroom in de
warmtewisselaar van de binnenunit.
Een omschakeling van de bedrijfsmodi kan
handmatig via de regelaar met behulp van
de bedrijfskeuzeschakelaar of automatisch
via de voorlooptemperatuursensor SM
worden uitgevoerd.
Bij het gebruik van verwarmingselemen-
ten is een aan de lokale omstandigheden
aangepaste naloop van de ventilator na
uitschakeling van het verwarmingselement
noodzakelijk (ter plaatse te realiseren).