REMKO RR
Elektrische aansluiting
Algemene instructies
De regelaar is geschikt voor het aansturen
van ventilatorconvectoren met drie
snelheden.
De aansturing van de ventilatorsnelheden
wordt gerealiseerd door drie potentiaalvrije
relaisuitgangen op de klemmen 3 t/m 5.
De regelaar is uitsluitend vervaardigd voor
de aansturing van ON/OFF-kleppen of een
elektrisch verwarmingselement. De klem-
men 7-8 zijn voor bestemd voor de uitgang
verwarmen en de klemmen 8-9 voor de
uitgang koelen.
Aanvullende aanwijzingen
1. De positionering van de voorlooptem-
peratuursensor moet zo worden ge-
kozen, dat de temperatuur ook bij een
niet actieve klep kan worden gemeten.
2. Individuele voelers mogen niet voor
meerdere regelaars worden gebruikt.
3. Op de klemmen mag slechts één tem-
peratuursensor worden aangesloten.
4. Alle aangesloten voelers, bimetaal- f
vrijgavecontacten moeten goed wor-
den geïsoleerd.
5. Een hoofdschakelaar die alle polen uit-
schakelt, evenals een zekering moeten
worden voorzien.
6. Het aansluiten van alle externe contac-
ten, bijv. vrijgavecontact, moeten een
galvanische scheiding hebben naar alle
spanningvoerende en geaarde onder-
delen van de installatie.
7. Kunnen personen in de gevarenzones
van de externe contacten komen,
moeten speciale veiligheidsmaatre-
gelen worden getroffen (bijv. veilige
laagspanning).
8. Het openen van de afdekking van de
regelaar mag alleen gebeuren in span-
ningsloze toestand.
10
Jumperconfiguratie
Jumperconfiguratie
J1
Installatiesysteem
Vierdraads
A
B
J2
autom. ventilatorbedrijf, elke 15 min. voor 90 sec.
geactiveerd
A
B
J3
Ventilatorfunctie
altijd actief
A
B
J4
Keuze van de temperatuursensor
intern (serie)
A
B
Externe ingang
Vrijgavecontact CF (klem L-10)
De regelaar kan door een extern,
potentiaalvrij contact worden
geblokkeerd of vrijgegeven. Bij een
blokkering is geen bediening en
temperatuurregeling mogelijk.
Zo lang de ingang CF geschakeld is,
kan er geen bediening van de regelaar
plaatsvinden.
Demonteren van de afdekking van de behuizing
1.
2.
Tweedraads
A
B
gedeactiveerd
A
B
bij opvraging
A
B
extern (accessoire)
A
B
1.
3.