6.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten
ERLA03DAV3 + EHFH03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596806-1A – 2020.05
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat de buitenunit
NOOIT ingesneeuwd raakt.
c
a
Afdakje tegen de sneeuw
b
Voetstuk
c
Belangrijkste windrichting
d
Luchtuitlaat
Voorzie best minstens 150 mm vrije ruimte onder de unit (300 mm in streken waar
veel sneeuw valt). De unit moet bovendien ook minstens 100 mm boven de
maximaal verwachte sneeuwhoogte geplaatst zijn. Voorzie indien nodig een
verhoging. Zie
"6.3 De buitenunit
In streken met heftige sneeuwval is het belangrijk om een installatieplaats te
selecteren waar de sneeuw GEEN invloed heeft op de unit. Wanneer de sneeuw
zijwaarts kan vallen, zorg ervoor dat de spoel van de warmtewisselaar NIET door de
sneeuw gehinderd kan worden. Indien nodig, monteer een afdakje tegen de
sneeuw en een voetstukje.
De warmtepomp van de buitenunit kan standaard werken tot –7°C. Afhankelijk van
de installatieomgeving kan dit tot –15°C worden verlaagd door de lokale instelling
Omgev. temp. BUH alleen ([8-0E]) te wijzigen. Deze instelling kan enkel via de
menustructuur worden gewijzigd. Raadpleeg de installatiehandleiding van de
binnenunit voor de manier waarop deze instelling kan worden gewijzigd.
In omgevingen met omgevingstemperaturen tussen –7°C en –15°C en afhankelijk
van de hoogte van de unit moet soms een bodemplaatverwarming (EKBPHT03D)
worden geplaatst om ervoor te zorgen dat de buitenunit kan blijven werken.
A (m)
2500
2000
1500
1000
500
-15
A
Hoogte
T
Temperatuur
a
Geen speciale installatievereisten
b
Onder de 1000 m hoeft geen bodemplaatverwarming te worden geplaatst. Stel [8-0E]=–15°C in.
c
Unit op een hoogte van 1000 m tot 1500 m – bodemplaatverwarming nodig. Stel [8-0E]=–15°C in.
d
Unit op een hoogte van 1500 m tot 2000 m — bodemplaatverwarming nodig en stel [8-0E]=–15°C in. Als de
unit zich binnen de 3 km van meren, vijvers, stromen of rivieren bevindt, [8-0E]=–7°C.
e
De buitenunit kan niet werken onder de –7°C (enkel de back-upverwarming kan werken). [8-0E]=–7°C.
a
c
b
4
monteren" [
57] voor meer informatie.
e
d
a
c
b
-7
-10
-5
0
6
Installatie van de unit
|
T (C°)
Uitgebreide handleiding voor de installateur
51