9.4.4 De systeeminstellingen
ERLA03DAV3 + EHFH03S18DJ3V
Daikin Altherma 3 R F
4P596806-1A – 2020.05
Omgevingstemperatuur voor enkel back-upverwarming
De warmtepomp van de buitenunit kan standaard tot een omgevingstemperatuur
van –7°C blijven werken. Naargelang de streek waarin de buitenunit wordt
geplaatst, kunt u de instelling van de omgevingstemperatuur laten zakken tot –
15°C. In dat geval zal de back-upverwarming de werking van de buitenunit
overnemen. Zie
"6.1.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de
buitenunit in koude klimaten"
omstandigheden moet een EKBPHT03D worden geplaatst.
#
Code
A.5.1.5
[8-0E]
Voorrangen
Voor systemen met een geïntegreerde warmtapwatertank
#
N.v.t.
[5‑02]
N.v.t.
[5‑03]
4
[
51] voor meer informatie. In bepaalde
Omgev. temp. BUH alleen
Gebied: –15°C~7°C
Code
Voorrang aan ruimteverwarming.
Bepaalt of de back-upverwarming de
warmtepomp bijstaat tijdens het opwarmen
van warm tapwater.
Gevolg: De tank warmt sneller op en de
ruimteverwarming wordt minder lang
onderbroken.
Deze instelling MOET steeds op 1 staan.
[5-01] Evenwichtstemperatuur en [5-03]
Temperatuur voorrang ruimteverwarming
hebben betrekking op de back-upverwarming.
U moet dus [5‑03] gelijk aan of een paar graden
hoger dan [5‑01] instellen.
Indien de werking van de back-upverwarming
beperkt is ([4-00]=0) en de buitentemperatuur
lager is dan instelling [5-03], zal het warm
tapwater niet door de back-upverwarming
opgewarmd worden.
Temperatuur voorrang ruimteverwarming.
Bepaalt de buitentemperatuur waaronder de
back-upverwarming zal bijstaan tijdens het
opwarmen van warm tapwater.
9
Configuratie
|
Beschrijving
Beschrijving
Uitgebreide handleiding voor de installateur
147