Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Afgebeeld: model met aanvoer onder druk
A
B
Afb. 1
Zorg voor ventilatie in de spuitcabine
WAARSCHUWING
GEVAAR VAN GIFTIGE
VLOEISTOFFEN
Spuit alleen in een goed geventileerde spuit-
cabine om gevaarlijke concentraties van gif-
tige en/of brandbare dampen te voorkomen.
Het spuitpistool alleen gebruiken als de ventilatoren
ook werkelijk draaien.
Kijk wat de ter plekke geldende wettelijke voorschriften
zijn met betrekking tot de vereisten voor de luchtuitlaat en
volg die op.
Pas alle ter plaatse geldende brandweer- en veiligheids-
voorschriften toe.
Installatieprocedure
OPMERKING: Zie het gedeelte Toebehoren voor informatie
over de toebehoren voor de installatie.
6
307- -378

Installatie

C
1.
2.
3.
4.
5.
OPMERKING: Als u een aanvoerleiding gebruikt voor de
E
F
D
VERKLARING
A
Spuitpistool model 600
B
Vloeistofinlaat; 1/4 npsm
C
Luchtinlaat; 1/4 npsm
D
Luchtslang
E
Luchtkraan
F
Luchtreduceerventiel
G
Luchtfilter
H
Luchtleiding
Installeer een luchtfilter (G) in de luchtslang naar het
pistool om te zorgen dat er altijd schone droge lucht naar
het pistool stroomt. Zie Afb. 1. Stof en vocht in de lucht-
leiding kunnen het uiteindelijke spuitresultaat negatief
beïnvloeden.
Installeer een luchtregulator (F) achter de luchtfilter om
de druk van de vernevelingslucht naar het pistool te
kunnen regelen.
Installeer een luchtafsluiter (E).
Sluit de slang voor de vernevelingslucht (D) aan op de
1/4 npsm luchtinlaat (C) van het pistool.
Sluit de vloeistofslang, het sifonreservoir of het vloeistof-
reservoir (zie Afb. 2 ) aan op de 1/4 npsm vloeistofin-
laat (B) van het pistool.
vloeistof, installeer dan een vloeistofregelaar
in de aanvoerleiding voor de vloeistof om de
vloeistofdruk naar het pistool te regelen.
G
H


Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave