4
• Rond het apparaat dient adequate lucht-
circulatie te zijn, anders kan dit tot over-
verhitting leiden. Om voldoende ventilatie
te verkrijgen de instructies met betrekking
tot de installatie opvolgen.
• De achterkant dient zo mogelijk tegen
een muur geplaatst te worden, teneinde
te voorkomen dat hete onderdelen (com-
pressor, condensator) aangeraakt kun-
nen worden en brandwonden veroorza-
ken.
• Het apparaat mag niet vlakbij radiatoren
of kooktoestellen geplaatst worden.
• Verzeker u ervan dat de stekker bereik-
baar is nadat het apparaat geïnstalleerd is.
• Sluit het apparaat alleen aan op een drink-
4)
waterleiding.
Onderhoud
• Alle elektrotechnische werkzaamheden
die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren
van onderhoud aan het apparaat, dienen
uitgevoerd te worden door een gekwalifi-
ceerd elektricien of competent persoon.
Bediening
1
Thermostaatknop
Inschakelen
Steek de stekker in het stopcontact.
Draai de thermostaatknop op een gemiddel-
de stand.
Uitschakelen
Draai de thermostaatknop op de stand "O"
om het apparaat uit te schakelen.
Temperatuurregeling
De temperatuur wordt automatisch gere-
geld.
Ga als volgt te werk om het apparaat in werk-
ing te stellen:
• draai de thermostaatknop op een lagere
stand om de minimale koude te verkrijgen.
• draai de thermostaatknop op een hogere
stand om de maximale koude te verkrij-
gen.
4) Indien er een wateraansluiting voorzien is.
• Dit product mag alleen worden onderhou-
den door een erkend onderhoudscen-
trum en er dient alleen gebruik te worden
gemaakt van originele reserveonderdelen.
Bescherming van het milieu
Dit apparaat bevat geen gassen die de
ozonlaag kunnen beschadigen, niet in
het koelcircuit en evenmin in de isolatie-
materialen. Het apparaat mag niet wor-
den weggegooid bij het normale huis-
houdelijke afval. Het isolatieschuim be-
vat ontvlambare gassen: het apparaat
moet weggegooid worden conform de
van toepassing zijnde regels die u bij
de lokale overheidsinstanties kunt ver-
krijgen. Voorkom beschadiging aan de
koeleenheid, vooral aan de achterkant
bij de warmtewisselaar. De materialen
die gebruikt zijn voor dit apparaat en
die voorzien zijn van het symbool
zijn recyclebaar.
1
Een gemiddelde instelling is over het al-
gemeen het meest geschikt.
De exacte instelling moet echter gekozen
worden rekening houdend met het feit dat
de temperatuur in het apparaat afhankelijk
is van:
• de omgevingstemperatuur
• hoe vaak de deur geopend wordt
• de hoeveelheid voedsel die bewaard
wordt
• plaatsing van het apparaat.