3. Veiligheidsvoorschriften
De meter voldoet aan de IEC1010 Norm (veiligheidstandaard van International Electrotechnical Commis-
sion) en wordt geproduceerd volgens de veiligheid normen en II graad van milieubesmetting.
Waarschuwing:
Voor de veiligheid van de metergebruiker, moet de gebruiksaanwijzing voor gebruik worden doorgelezen
en moeten alle gebruiksvoorschriften en veiligheidswaarschuwingen worden gevolgd.
1. Tijdens metingen van spanning boven 30V, stroom boven 10mA, metingen op de lijnen van AC met
inductie belasting of op de voedingslijnen tijdens elektrische fluctuaties, moet u bijzonder voorzichtig zijn,
om elektrocutie te voorkomen.
2. Controleer op de LCD display of de juiste meetfunctie gekozen is en of de schakelaar ingedrukt is.
Controleer of de ingangsaansluitingen van de meter correct aangesloten zijn, geaard enz. om elektrocutie
te voorkomen.
3. De meter voldoet alleen aan de veiligheidseisen en standaarden wanneer de bijgesloten meetsnoeren,
klemmen en meetsonden gebruikt zijn. In geval van beschadigde meetsnoeren moeten ze vervangen worden
door nieuwe, van hetzelfde type en dezelfde elektrische specificaties.
4. Vervang de zekering binnen het meetapparaat niet met een andere zekering zonder certificaat of met
een weggegooide zekering. De zekering mag alleen vervangen worden met een nieuwe van hetzelfde type
en met dezelfde specificaties. Vóór het vervangen van een zekering moet u alle aansluitingen met het
gemeten circuit losmaken, en controleren of er geen signaal naar de ingangsaansluitingen komt.
5. Vervang de batterij van de meter niet met een andere, niet gecertificeerde of weggegooide batterij. De
nieuwe batterij moet van hetzelfde type en dezelfde specificaties zijn. Vóór het vervangen van een batterij
moet u alle aansluitingen met het gemeten circuit losmaken, en controleren of en er geen signaal naar de
ingangsaansluitingen leidt.
6. Na afloop van de metingen mag uw lichaam nooit in contact komen met een grondaansluiting. Raak
de niet geïsoleerde kabels, klemmen of ingangsaansluitingen, die geaard kunnen zijn, niet aan. Om het
lichaam van grond te isoleren kan men een droog kledingstuk, rubberschoenen, rubbermat en andere
isolatiematerialen gebruiken.
7. Bewaar het apparaat niet in hoge temperatuur, hoge vochtigheid, in brandbare omgeving of dichtbij
sterke magnetische velden.
8. Het meten van een spanning hoger dan de toegestane grenswaarde kan de schade aan het apparaat
veroorzaken en gevaarlijk zijn voor de veiligheid van de gebruiker. De maximale toegestane spanning
staat vermeld op de behuizing van de meter. Meting van spanningen hoger dan deze waarde is nooit
toegestaan. Laat de spanning niet deze maximale grens overschrijden, om elektrocutie of beschadiging van
het apparaat te voorkomen.
9. Wanneer de meetsnoeren aangesloten zijn aan de stroommeting ingangsaansluitingen mag de spanning
niet gemeten worden, omdat het tot schade van de meter kan leiden en gevaar brengt aan de gebruiker.