13. Aan-uit diodetest
1. Druk de toets " " in en sluit het rode en het zwarte meetsnoer respectievelijk op de stopcontacten "
"
en "COM" aan.
2. Druk de toets " " om de diodetest of de zoemerfunctie te kiezen. In de diodetestmodus op het LCD
scherm worden het symbool " ", het spanningssymbool en het zoemersymbool " " zichtbaar.
3. Sluit de rode meetsonde aan op de positieve elektrode en de zwarte meetsonde aan op de negatieve
elektrode van de diode.
Let op:
a) Als de diode open staat of de meetsondes omgekeerd aangesloten zijn, komt het symbool "OL" op het
scherm.
b) Vóór de diodetest moet de voeding van de circuit afgesloten worden en zijn condensatoren moeten volle-
dig ontladen zijn.
c) Na de metingen moet de multimeter onmiddellijk los van het circuit gemaakt worden.
Bereik /// Vertoonde waarde /// Metingsvoorwaarden
/// Spanningsverlies op de diode in de doorlaatrichting /// Test stroom DC is ongeveer 1.0mA en de
omgekeerde spanning ongeveer 3.0V.
/// Als de zoemer aan gaat met een lang geluid betekent dat, dat de weerstand tussen twee punten 30Ω
is /// Nullastspanning is ongeveer 1.2V.
Bescherming tegen overbelasting 250V DC of AC piekspanning.