Stappen
1. Lijn de systeemkaart uit en laat het in het systeem zakken totdat de connectoren aan de achterkant van de systeemkaart zijn uitgelijnd
met de slots op het chassis en de schroefgaten op de systeemkaart zijn uitgelijnd met de afstandshouders op het systeem.
2. Plaats de zeven schroeven (6-32) en de enkele afstandshouderschroef (M2X4) terug om de systeemkaart aan het chassis te
bevestigen.
3. Plaats het I/O-paneel in de slot op het chassis.
4. Plaats de enkele schroef (6-32) terug waarmee het I/O-paneel aan het chassis wordt bevestigd.
5. Sluit de kabel van de intrusieschakelaar opnieuw aan.
6. Sluit de voedingskabels van de systeemkaart opnieuw aan.
7. Sluit de kabel van de aan/uit-knop opnieuw aan.
8. Sluit de kabel van de systeemventilator opnieuw aan.
9. Sluit de voedingskabel van de processor opnieuw aan.
10. Sluit de SATA-kabels opnieuw aan.
11. Sluit de SATA-voedingskabel opnieuw aan.
12. Sluit de interne luidsprekerkabels opnieuw aan.
Vervolgstappen
1. Plaats de processor.
64
Onderdelen verwijderen en plaatsen