V.
INGEBRUIKNAME
Lees
de
hoofdstukken
BESCHRIJVING (hoofdstuk IV), voor ingebruikneming van de hefgondel.
Controleer of de veiligheidsetiketten leesbaar zijn.
U MAG DEZE ELEVATOR NIET GEBRUIKEN WANNEER U NIET BESCHIKT OVER DE
VEREISTE KWALIFICATIE OF ERVARING VOOR DE BEDIENING ERVAN.
EEN ONERVAREN GEBRUIKER KAN ZICHZELF EN ANDERE PERSONEN IN DE
A. Inleiding op elk gebruik
Voor elke verplaatsing, controleert u
Het olie-, water- en accuniveau
De bandenspanning
Controlelampjes
Parkeerrem van het voertuig
Het functioneren van het reservecircuit
Het functioneren van het zwaailicht, 3 flashlichten etc.
RIJDEN MET HET VOERTUIG:
Wanneer het voertuig met de elevator rijdt, moet de arm geplaatst worden in de
daarvoor bestemde steun.
Controleren of de krachtafnemer geactiveerd is.
Controleren of het rode lampje "Transport verboden" in de cabine niet brandt.
Wanneer het brandt, zijn er verschillende mogelijkheden:
o
De krachtafnemer is geactiveerd,
o
De gondel is niet ingeklapt in de rijpositie,
o
De stabilisatoren (optie) zijn onvoldoende ingetrokken.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
OMGEVING ERNSTIG VERWONDEN.
:
www.duma-rent.com
(hoofdstuk
III)
en
TECHNISCHE
28