C. Bewegwijzering
Op het materieel worden de volgende platen aangebracht:
Identificatie (zie Afb. 1-1 Identificatieplaat)
Instructies
Verplichtingen/verboden
Waarschuwing
Gevaar
Waarschuwing: Respecteer de veiligheidsvoorschriften op de platen. Niet-naleving van deze
voorschriften kan leiden tot ernstig letsel en zelfs tot de dood, of in ieder geval, tot een
integriteitsrisico voor de operators en/of de blootgestelde personen. Zorg dat de platen altijd
aangebracht en goed leesbaar zijn. Zo niet, dan moet u ze aanbrengen of vervangen.
D. Voorschriften en algemene veiligheidsbepalingen
De naleving van de instructies en het correcte gebruik van de veiligheidsmiddelen stellen de
operator in staat productief en veilig te werken, niet alleen voor hemzelf maar ook voor derden.
Controleer
of
de
installaties
functioneren. Meld onmiddellijk aan de verantwoordelijke personen elke, potentieel gebrekkige
functie zodat het nodige gedaan kan worden om de oorspronkelijke voorwaarden ten aanzien
van veiligheid en betrouwbaarheid te herstellen.
Het is verboden elk type veiligheid- en beschermingsuitrusting te deactiveren of te
wijzigen. In dit geval is de garantie niet langer geldig en is de onderneming niet aansprakelijk.
Gevaar: Het is absoluut verboden veiligheidssystemen op de machine uit te schakelen.
Gevaar: Het is absoluut verboden de machine te gebruiken wanneer de veiligheidsuitrustingen
niet zijn geactiveerd.
Op grond van de geldige normen om ongevallen te voorkomen, moet de operator op het
platform:
-
een helm dragen
-
een veiligheidsharnas dragen en vastzetten, dat is afgestemd op de gondelring.
-
De operator op de grond moet ook een helm dragen.
Hij moet ook veiligheidskleding dragen om geïdentificeerde ongevallen te voorkomen (antislip-
veiligheidsschoenen, een gestreept fluorescerend vestje...). Daarentegen mogen geen ringen,
horloges, juwelen; open of losse kleding zoals stropdassen, gescheurde kleren, halsdoekjes,
ontknoopte jasjes of overhemden zonder gesloten ritssluiting worden gedragen die in
bewegende drijfwerken terecht kunnen komen.
Houd de cabine van de operator, de vloeren, de treden van de trappen, de leuningen en de
grote steungrepen goed schoon en vrij van voorwerpen of olievlekken, modder of sneeuw, om
zodoende het risico op uitglijden of struikelen te verkleinen.
Gebruik altijd de trappen, ladders, handgrepen, leuningen. Gebruik daarentegen nooit de
bedieningen en flexibele leidingbuizen als steun.
en
bescherming-
en
www.duma-rent.com
veiligheidsuitrustingen
goed
16