Y-70DL12-TR Rev. A
4.2.10 Leiding-/slangbreukbeveiliging
Op de hefcilinder is een elektrisch gestuurd
ventiel aangebracht (Afb. 8-1). Dalen is alleen
mogelijk met een stuursignaal vanaf de
bedieningskast, ook in geval van slangbreuk.
De maximale daalsnelheid is begrensd door een
in de cilinder ingebouwde smoring (Afb. 8-2).
Afb. 8 Leiding-/slangbreukbeveiliging
1. Leiding-/slangbreukventiel
405
4.2.11 Veiligheidssteun
Werkzaamheden aan of tussen de scharen mogen
alleen worden uitgevoerd, indien het
schaarmechanisme is geblokkeerd door de
veiligheidssteun (Afb. 9-1). Het platform moet bij
gebruik van de veiligheidssteun geheel onbelast
zijn.
Afb. 9 Veiligheidssteun
1. Veiligheidssteun
409
4.2.12 Daalbeveiliging
De schaarhoogwerker is uitgevoerd met een daalbeveiliging. Dalen is mogelijk tot een
platformhoogte van 2,5 meter. Dan weerklinkt er gedurende 1 seconde een signaal en stopt de
machine met dalen. Alvorens het platform verder te laten dalen dient men er op toe te zien dat er
zich geen personen onder het platform bevinden. Indien men het platform verder wil laten dalen,
dient de daalschakelaar te worden losgelaten en weer opnieuw na 3 seconde te worden bedient.
N.B.: De daalbeveiliging werkt niet tijdens het nooddalen en tijdens dalen met behulp van de
hulpschakelaar heffen/dalen op de onderwagen.
Blz. 19
26-1-2011