Y-70DL12-TR Rev. A
4.2.6 Scheefstandbeveiliging
Bij het overschrijden van de maximale scheefstand,
met een platformhoogte boven de 2,5 meter, weerklinkt een
waarschuwingssignaal en alle bewegingsfuncties worden
uitgeschakeld, met uitzondering van de daalfunctie. Om de
machine weer in bedrijf te kunnen stellen, dient het platform
geheel gedaald te worden en dient er een vlakkere ondergrond
gezocht te worden (Afb. 5).
4.2.7 Overlastbeveiliging
De schaarhoogwerker is uitgerust met een overlastbeveiliging. Bij overschrijden van 80% van de
toelaatbare werklast knippert de overlast lamp langzaam (Afb. 14-4). Bij overschrijden (tussen
de 100-120%) van de toelaatbare werklast zullen alle bewegingsfuncties van de hoogwerker
worden uitschakelt. Tevens weerklinkt gedurende elke minuut 5 sec. een akoestisch signaal en
knippert de overlast lamp continu (Afb. 14-4). Bij in werking treden van de overlast beveiliging
dient de overlast verwijderd te worden waarna de bewe-
gingsfuncties van de hoogwerker weer kunnen worden
inschakelt. Het is aan te bevelen communicatie middelen
mee te nemen op het platform in geval van storing.
4.2.8 Beveiliging hefcilinder
Een eindschakelaar voorkomt een inwendig mechanische
aanslag in de hefcilinder juist voordat de maximale slag
wordt bereikt (Afb. 6-1).
4.2.9 Nooddaalvoorziening
In het geval van nood kan het platform dalen door het
nooddaalventiel (Afb. 7) op de hefcilinder te openen. Dit
gebeurt door de knop van het nooddaalventiel uit te trekken.
Let op! Indien het platform nog uitgeschoven is, dient men
deze eerst terug te schuiven.
26-1-2011
Afb. 5 Scheefstandbeveiliging
1. Scheefstandbeveiliging
Afb. 6 Eindschakelaar hefcilinder
1. Eindschakelaar
Afb. 7 Nooddaalvoorziening
1. Nooddaalvoorziening
346
408
406
Blz. 18