1
1
lipje
2
4 Plaats het toetsenbord terug. Zie "Het toetsenbord terugplaatsen" op
pagina 15.
5 Plaats de batterij terug (zie "De batterij vervangen" op pagina 12) of sluit
de wisselstroomadapter aan op uw computer en een stopcontact.
WAARSCHUWINGEN:
terugplaatsen en vastzetten, en controleren of er geen losse schroeven in de
computer zijn achtergebleven. Als u dit niet doet, loopt u het risico dat de
computer beschadigd raakt.
6 Zet de computer aan.
Bij het opstarten van de computer worden de geheugenmodules gedetecteerd
en wordt de systeemconfiguratie automatisch bijgewerkt.
Controleer hoeveel geheugen in de computer is geïnstalleerd:
Klik op Start
Systeem.
2
inkeping
Voordat u de computer aanzet, moet u alle schroeven
→ Configuratiescherm→ Systeem en beveiliging→
Geheugenmodule(s)
19