A
3. Op de zender:
Selecteer de lus-modus bij een draad die aan het verre uiteinde is geaard. Zie
Afbeelding 20
A. De LED's in de lus-modus.
Of:
Selecteer de hoge of lage modus als een draad niet aan het verre uiteinde is geaard. Zie
Afbeelding 20
B. De LED's in de hoge of lage modus.
4. Selecteer op de ontvanger de puntsensor-modus om de draad te traceren.
Afbeelding 20. Een afgeschermde draad traceren
≥2 s
Wire Tracer Receiver and Transmitter
B
Speciale toepassingen
<1 s
35