INLEIDING
De AlphaVision NG centrale wordt gebruikt bij het signaleren en doormelden van inbraak, brand, overval,
sabotage, medische en technische alarmen. De AlphaVision NG beveiligingscentrale kan bediend worden
door middel van 1 of meerdere bedieningspanelen en/of sleutelschakelaars. Bedieningspanelen voor de
AlphaVision NG zijn in 2 verschillende uitvoeringen leverbaar: een LCD bedieningspaneel inclusief 2 x 16
karakter LCD display en een LCD/PROX bedieningspaneel. Laatstgenoemde is gelijk aan het standaard
LCD bedieningspaneel maar nu voorzien van een geïntegreerde proximity lezer voor het in- en uitschakelen
van het systeem middels proximity TAGs (plastic pasje).
De AlphaVision NG kan uitgebreid zijn met een toegangscontrole-functie. In dat geval zijn er bij één of
meerdere toegangsdeuren NG Prox Lezers geplaatst. Het presenteren van een geldige TAG zal dan de
toegangsdeur openen. Met dezelfde TAG kan dan, wanneer dat nodig is, de AlphaVision NG uitgeschakeld
worden.
De kern van dit beveiligingssysteem is een geavanceerd elektronisch apparaat in een metalen kast, dat door
de installateur vakkundig is aangebracht. Dit apparaat wordt "de centrale" genoemd. Aan deze centrale
worden detectoren aangesloten.
Een detector wordt ook wel "sensor" of "oog" genoemd. Een detector is een apparaat dat ontworpen is om
een bepaald verschijnsel op te merken. Zo zijn er bijvoorbeeld detectoren om brand op te merken. Zodra zo'n
detector rook waarneemt, zal deze detector dit melden aan de centrale. Verder zijn er detectoren die
beweging registreren in een bepaalde ruimte en dit vervolgens doorgeven aan de centrale. Op ramen en
deuren worden vaak magneetcontacten geplaatst om te signaleren wanneer een deur of raam open en dicht
gaat.
De centrale zal dan verdere actie ondernemen door bijvoorbeeld alarmgevers aan te zetten en te gaan bellen
naar de meldkamer of privé telefoonnummers. De detectoren worden aangesloten op "ingangen" in de
centrale, om een signaal naar de centrale toe sturen. Deze "ingangen" worden ook wel "groepen" of "zones"
genoemd.
Zones en secties in de AlphaVision NG centrale
De AlphaVision NG centrale beschikt over maximaal 96 zones, oftewel maximaal 96 "sensors" die allemaal
apart op de centrale worden aangesloten en informatie aan de centrale doorgeven bij een bepaald
verschijnsel.
Verder kent de AlphaVision NG maximaal 8 secties. Secties worden ook wel "blokken" of "partities"
genoemd. Een sectie bestaat uit één of meerdere zones en wordt gebruikt om een bepaald gedeelte van het
gebouw of woonhuis onafhankelijk van de rest in en uit te schakelen. De secties worden op het LCD display
van het bedieningspaneel weergegeven in de vorm van letters, bij de AlphaVision NG zijn dit de letters A
t/m H. Een voorbeeld van sectie indeling is als volgt:
Een woonhuis installatie heeft bijv. 16 zones. De zones 1 t/m 6 worden gebruikt voor detectiepunten op de
begane grond en zijn toegekend aan sectie A, zones 7 t/m 12 worden gebruikt op de 1e verdieping en zijn
toegekend aan sectie B, zones 13 en 14 zijn in de garage en zijn toegekend aan sectie C en zones 15 en 16
worden gebruikt voor de zolder en zijn toegekend aan sectie D. Als de bewoners weggaan zullen alle secties
A t/m D ingeschakeld worden. Als de bewoners naar bed gaan, zullen zij de secties A, C en D inschakelen.
Hierbij is het mogelijk om bijvoorbeeld de woonverdieping in te schakelen en de slaapverdieping uit te
schakelen. Bij toepassing in bedrijven kunnen bijvoorbeeld kantoren in het bedrijfspand afzonderlijk in- en
uitgeschakeld worden. Er kunnen ook zones bij twee verschillende secties horen (die zones zijn echter pas
ingeschakeld wanneer beide secties zijn ingeschakeld).
Gebruikershandleiding AlphaVision NG
Rev. 2.2 10-08-2005 Blz. 4/36