Historisch over-
zicht:
Wanneer op de <↑> toets gedrukt wordt betekent dit "terug bladeren". Toets <↓> betekent "verder
bladeren". Door terug te bladeren zal de laatste (meest recente) melding (maximaal gebeurtenis nummer
100) in het historisch overzicht worden getoond. Door verder te bladeren zal de eerste (oudste) melding
(gebeurtenis nummer 1) worden getoond.
Elke gebeurtenis in het historisch overzicht wordt opgesplitst in 2 schermen op het display. Het eerste
scherm geeft de soort melding die is opgeslagen, het tweede scherm geeft informatie zoals datum en tijd,
welke gebruiker en bijvoorbeeld bij een inschakeling welke sectie is ingeschakeld. Een gebeurtenis zal als
volgt opgebouwd worden.
Het eerste scherm wordt als volgt op het display getoond:
100 UITSCHAKELEN
................
Door nogmaals op de <↑> toets te drukken zal het tweede scherm op het display getoond worden:
100 A....... 001
Wo 03 okt
Om het bladeren door het historisch overzicht te stoppen, kan op de toets <*> gedrukt worden.
Bij sommige meldingen wordt in het historisch overzicht een nummer boven de 100 weergegeven. De
betekenis hiervan is als volgt:
Nummer:
Betekenis:
101
Centrale kast
102 t/m 109
Bedieningspaneel 1 t/m 8, fout in de communicatie
110 t/m 120
Kast van een uitbreidingsmodule 1 t/m 11
121
Printer module
122
AlphaCom ISDN transmitter
124
DLM-100 GSM transmitter
125 t/m 128
6x Foutieve code ingetoetst op bedieningspaneel 1 t/m 4
?10# Printen van het historisch overzicht
Alle gebeurtenissen van de centrale worden bijgehouden in een historisch logboek. De inhoud van het
logboek kan, wanneer de centrale uitgebreid is met een printermodule, met de printer afgedrukt worden met
behulp van functie 10.
Druk op de toetsen <?> <1> <0> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5. Op het display
verschijnt vervolgens de melding:
Hist. overzicht
wordt uitgeprint.
?11# Logprinter aan/uitzetten
Wanneer de centrale uitgebreid is met een printer module en een printer, dan kan deze printer als logprinter
functioneren. Dit houdt in, dat iedere handeling of gebeurtenis van de centrale direct op de printer uitgeprint
wordt, inclusief vermelding van datum en tijd. Om deze logprinter functie te activeren dient functie 11
uitgevoerd te worden.
Gebruikershandleiding AlphaVision NG
12:58
Rev. 2.2 10-08-2005 Blz. 19/36