Wanneer gebruik gemaakt wordt van het SIA-HS protocol voor doormelding naar een meldkamer, dan zal
pas op het moment, dat de melding in het display met functie 22 gewist wordt, een herstelmelding verzonden
worden.
Functies uitvoeren
Elke functie van de AlphaVision NG centrale wordt uitgevoerd door het intoetsen van <?>, gevolgd door <1
tot 2 cijfers>, gevolgd door <#>. Zodra dit ingetoetst is, verschijnt op de onderste regel van de LCD een
verklaring van de geselecteerde functie. Indien men het juiste functienummer niet weet, is het mogelijk met
de <↑> en de <↓> toets te bladeren door de verschillende functies.
Hierna dient een gebruikerscode ingetoetst te worden. Deze gebruikerscode moet van een voldoende hoog
niveau zijn om de functie uit te mogen voeren. Wordt bijvoorbeeld een code ingetoetst van niveau 1 (het
laagste niveau) dan keert de centrale direct terug naar de rustsituatie.
?1# Activeren van de RESET uitgang
De RESET uitgang kan gebruikt worden bij sommige brandmelders. Bij sommige rookmelders is het
noodzakelijk de brandmelders te resetten na een alarm. Als de brandmelder niet gereset wordt zal deze in
alarm blijven. Tevens kan deze uitgang voor andere speciale applicaties in gebruik zijn. Het uitvoeren van
deze functie kan bij systemen waar dit geen betekenis heeft, geen kwaad. Bij het uitvoeren van deze functie
wordt de uitgang die daarvoor door de installateur is geprogrammeerd, gedurende korte tijd geactiveerd.
Druk op de toetsen <?> <1> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 2 of hoger. Op het display
verschijnt enkele seconden:
De RESET uitgang
is geactiveerd
?2# Deurbel aan/uit zetten
De AlphaVision NG kan uitgevoerd worden met een deurbel-functie. De deurbel functie is alleen actief als
het systeem is uitgeschakeld. Bij de deurbel functie wordt gebruik gemaakt van één of meerdere
geselecteerde zone(s) om een uitgang aan te sturen. Om deze manier wordt iemand die bijvoorbeeld via de
achterdeur binnenkomt gesignaleerd. Bij het signaleren wordt tevens een uitgang gedurende een korte tijd
aangestuurd. Het wel of niet functioneren van deze deurbel functie wordt door de gebruiker ingesteld
middels functie 2.
Druk op de toetsen <?> <2> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5. Op het display verschijnt
vervolgens de melding:
Deurbel functie
Is:
Druk hierna op de toets <↓> indien de deurbel functie uitgeschakeld moet zijn. Of druk op de <↑> toets
indien de deurbelfunctie ingeschakeld moet zijn. Toets op <#> om de instelling actief te maken. Het
uitvoeren van deze functie kan bij systemen waar dit geen betekenis heeft, geen kwaad.
?3# Gelijkzetten van de DATUM
De centrale beschikt over een eigen klok inclusief datum. Om deze datum gelijk te zetten met de huidige
datum wordt functie 3 uitgevoerd.
Druk op de toetsen <?> <3> <#> gevolgd door een PIN-code van niveau 4 of 5. Op het display verschijnt
vervolgens de melding:
Wijzig de datum
01-10-01 DDMMJJ
Gebruikershandleiding AlphaVision NG
UIT
Rev. 2.2 10-08-2005 Blz. 17/36