4 Bedrijf
4.1 Algemeen
De luchtontvochtiger heeft drie bedrijfsstanden, zie Figuur 4.1 .
Man : De ventilatoren, rotor en regeneratieluchtverwarming van de luchtontvochtiger zijn continu in
bedrijf.
Auto 1 : De ventilatoren, rotor en regeneratieluchtverwarming van de ontvochtiger worden gestart/gestopt
door de hygrostaat.
Auto 2 : De ventilatoren en rotor van de ontvochtiger zijn continu in bedrijf. Alleen de
regeneratieluchtverwarming wordt gestart en gestopt door de hygrostaat. Deze bedrijfsstand wordt
gebruikt voor een continue luchtcirculatie. Wanneer de relatieve vochtigheid de instelwaarde van de
hygrostaat overschrijdt, wordt de regeneratieluchtverwarming gestart. De regeneratieluchtverwarming
wordt gestopt wanneer de relatieve vochtigheid onder de instelwaarde daalt.
OPMERKING!
Om de luchtontvochtiger in Auto 1 of Auto 2 te laten werken, moet er een eentrapshygrostaat op
het apparaat zijn aangesloten. Zie paragraaf 3.10, De hygrostaat aansluiten.
OPMERKING!
In de hygrostaatbedrijfsstand zorgt een ingebouwde functie ervoor dat het opnieuw starten van
de luchtontvochtiger met 2 minuten wordt vertraagd. Zie paragraaf 4.3.3, Automatisch bedrijf.
A
Man
KWH
Auto 1
Temp
Auto 2
Figuur 4.1 Controlepaneel, aan/uit-schakelaar en hygrostaataansluiting
A. Controlepaneel
B. Luchtontvochtiger
C. Keuzeknop Meting
D. Keuzeknop Bedrijfsstand
4.2 Noodstop
Stop het apparaat met de aan/uit-schakelaar aan de voorzijde van het apparaat of verwijder de stekker uit
de wandcontactdoos.
11
B
0 1
E
E. Opbergvak
F. Aan/uit-schakelaar
G. Hygrostaataansluiting
H. Netsnoer
Bedrijf
MCS300
190TNL-1027- F1404